Quiz Nederlands

Quiz Nederlands
Toolboxen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Quiz Nederlands
Toolboxen

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort niet bij voorspellend lezen?
A
Leesdoel bepalen
B
Naar het tekstgeraamte kijken
C
Naar de bron kijken
D
Voorkennis opschrijven

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen verwijswoord?
______
A
ervan
B
waarvan
C
daar
D
deze

Slide 3 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de tekstgeraamte?
_____
A
titel
B
bron
C
onderwerp
D
tussenkopjes

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel als de schrijver informatie wil geven?
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?
A
omdat
B
echter
C
en
D
bovendien

Slide 6 - Quizvraag

Welke leesmanier gebruik je vooral om een tekst snel te bekijken?
A
ontspannend lezen
B
zoekend lezen
C
scannend lezen
D
kritisch lezen

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende bronnen is meestal betrouwbaar?
A
chatgroepen
B
verhalen van vrienden
C
kranten
D
tiktok

Slide 8 - Quizvraag

Welke leesmanier is handig als je antwoorden op vragen wilt vinden?
A
ontspannend lezen
B
zoekend lezen
C
scannend lezen
D
grondig lezen

Slide 9 - Quizvraag

Wat doe je als je een moeilijk woord probeert te begrijpen?
A
terugkijken
B
ophelderen
C
hard op uitspreken
D
samenvatten

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de hoofdzaak in een tekst?
A
uitleg over een onderwerp
B
belangrijke informatie
C
voorbeelden
D
details

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een bijzaak in een tekst?
A
titel
B
belangrijke informatie
C
voorbeeld
D
onderwerp

Slide 12 - Quizvraag

Wat helpt om een betere lezer te worden?
A
televisie kijken
B
heel veel lezen
C
moeilijke boeken lezen
D
slapen

Slide 13 - Quizvraag

Wat doe je na het lezen?
A
voorspellen
B
niks
C
ophelderen
D
samenvatten

Slide 14 - Quizvraag

Bonus
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
voorbeeld uit de tekst
B
titel van de tekst
C
de belangrijkste boodschap
D
laatste zin van de tekst

Slide 15 - Quizvraag

Einde
Diana - Nazanin - Roshni - Sofie

Slide 16 - Tekstslide