Periode 2 Introductie lesprogramma

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Altijd vinger opsteken!!!

Slide 4 - Tekstslide

Het Lesprogramma
Wat gaan we behandelen voor deze periode 2
  • Luistertvaardigheid
  • Unidad 3: Grammatica A,B en C pagina 48
  • Unidad 4: Grammatica B pagina 62 
  • Verkorte woordenlijst
leerldoelen:
  • Ik kan praten over acties die in het recente verleden hebben plaatsgevonden en verband houden met het huidige moment.
  • Ik kan de pretérito perfecto en pretérito indefinido toepassen in simpele zinnen.

Slide 5 - Tekstslide


Pretérito Indefinido


  • Verleden tijd (el pasado simple).
  • Regelmatige werkwoorden (pintar, nacer en vivir).
  • Onregelmatige werkwoorden ( estar, saber, venir).
  • Om te verwijzen naar een gebeurtenis dat heeft plaatsgevonden in het verleden.
  • Bepaalde tijdsduur in het verleden.
  • Tijdelijke markeringen (ayer, la semana pasada, anoche, el año pasado, en 2006 y hace dos meses).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tijdsaanduidingen

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de tijdsaanduidingen naar de juiste tijd.
Perfecto

Indefinido

Imperfecto

Este año
Ayer
Antes
Nunca
En 2021
Hoy
Esta mañana
El mes pasado
Hace 2 días

Ya
Esta semana
Esta semana

Slide 10 - Sleepvraag

Pretérito Perfecto= voltooid tegenwoordige tijd
  • De presente perfecto wordt gebruikt voor gebeurtenissen die door de spreker in verband worden gebracht met het heden. 

  • Dit verband kun je vaak zien aan signaalwoorden die duidelijk maken dat het tijdvak waarin de gebeurtenis heeft plaatsgevonden, nog niet is afgelopen.

Slide 11 - Tekstslide

El Pretérito Perfecto

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Verbind de tijdsaanduidingen met de juiste pretérito.
INDEFINIDO
PERFECTO
Hoy, este fin de semana, alguna vez, nunca, este verano, últimamente, ya, muchas veces

Ayer, en 2015, la semana, pasada, el año pasado, el lunes, anoche, De enero a marzo del 2003.

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

El pretérito perfecto
El pretérito indefinido 
ayer
nunca
esta semana
el lunes
el mes pasado
en 1985
alguna vez
hoy
hace tres días

Slide 18 - Sleepvraag

Alberto: ¡Tío!, ¡tío!, ¿ 1. __________ (tú/leer) el periódico hoy? ¿Eh? ¡Somos ricos!
Ramón: ¿Qué? ¿De qué hablas?

Alberto: ¡Nos 2. __________ (tocar) la lotería! Soy tan feliz.¡Toma! ¡Toma! y ¡toma!
Ramón: ¿Qué? ¿En serio? ¿Estás seguro?

Alberto: Sí, tío, sí. ¡Hoy nuestro número 3. __________ (salir)!
Ramón: ¡Madre mía! ¡Tengo que llamar a mi madre y al trabajo!
(unos minutos después)

Ramón: Ya está, 4. __________ (yo/llamar) a mi madre, está muy contenta. 

¡Por fin su hijo es millonario! Y 5. __________ (yo/hablar) con mi jefe. 6. __________ (yo/dejar) el trabajo. ¡Sí! ¡Soy libre! ¡Libre!

  • has leído
  • ha tocado
  • ha salido
  •  he llamado
  •  he hablado
  • He dejado

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Opdrachten
  • Opdracht 8
  • Opdracht 9
  • Opdracht 10

Slide 21 - Tekstslide

Dit was de les!
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll