In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wie beslist?
paragraaf 3.5 Je stem laten horen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manieren je zelf invloed kunt uitoefenen op de politiek en hoe een wet tot stand komt.
Slide 2 - Tekstslide
"Hier heeft de coalitie (meestal) een meerderheid en wordt voor het eerst gestemd over een nieuw wet"
A
Eerste kamer
B
Staten Generaal
C
Tweede kamer
D
Provinciale Staten
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel zetels zijn er in de Tweede Kamer?
A
175
B
150
C
200
D
100
Slide 4 - Quizvraag
Onze huidige regering bestaat uit de volgende vier partijen:
Slide 5 - Open vraag
Onschendbaarheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
C
De koning mag niets zeggen
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning
Slide 6 - Quizvraag
Wat wilden de socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning
Slide 7 - Quizvraag
Wat wilden feministen?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Dezelfde rechten voor vrouwen als voor mannen
C
Vakbonden voor arbeiders
D
Algemeen kiesrecht voor mannen
Slide 8 - Quizvraag
Op welke manieren zou jij invloed kunnen uitoefenen op de politiek?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Video
Actiegroepen
zetten zich in voor één doel/ probleem.
Als dit doel is bereikt, wordt de groep opgeheven.
Slide 11 - Tekstslide
Belangenvereniging
Een belangenvereniging komt op voor een groep of doel voor een langer periode.
Slide 12 - Tekstslide
Lid worden van een politieke partij
Bijna alle politieke partijen hebben een jongeren afdeling waar je lid van kan worden!
Slide 13 - Tekstslide
Politieke stromingen
Liberalen: VVD, D'66 meestal ook
Confessionelen: CDA-CU-SGP
Socialisten: SP-PvdA
One-issue of populistische partijen: PVV- 50Plus- PvdD, enz
Slide 14 - Tekstslide
Hoe weet je wat een politieke partij
wil?
Massamedia: Televisie, sociale media, kranten, radio
De media controleert of partijen wel doen wat ze beloven!
Let op: fake-news is dus een risico!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe kan je er voor zorgen dat het nieuws dat jij leest geen fake-news is?
Slide 17 - Woordweb
Van wetsvoorstel
tot wet
Slide 18 - Tekstslide
Wie mogen met een wetsvoorstel komen?
Ministers. Zij hebben ondersteuning vanuit een ministerie, ambtenaren helpen hen)
Kamerleden mogen een nieuwe wet voorstellen of voorstellen om een bestaande wet te wijzigen.
Kamerleden worden niet ondersteund door ambtenaren.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Waar of niet waar: De media werkt voor de politiek
A
Niet waar, de media controleert de politiek
B
Niet waar, de politiek betaalt de media
C
Wel waar, de media mag alleen uitzenden wat de politiek wil
D
Wel waar, de media moet tijd besteden aan de politiek
Slide 28 - Quizvraag
Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof zijn
A
Feministen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Liberalen
Slide 29 - Quizvraag
Welke politieke partijen zijn socialistisch van oorsprong?
A
PvdD, PVV, FvD, 50+
B
CDA, SGP, CU
C
PvdA, SP, GL
D
PVV, VVD, D66
Slide 30 - Quizvraag
Begrippen uit deze les
Liberalen
Confessionelen
Socialisten
One-issue/populisten
Massamedia
Actiegroepen
Belangenverenigingen
Wetten
Slide 31 - Tekstslide
Schrijf twee dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 32 - Open vraag
Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 33 - Open vraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manieren je zelf invloed kunt uitoefenen op de politiek en hoe een wet tot stand komt.