Klas 2 Hindoeisme en Boeddhisme
Wat is het spirituele doel waar een hindoe naar streeft?
A
nirvana
B
moksha
C
verlichting
D
uitdoving
1 / 30
Onderdelen in deze les
Wat is het spirituele doel waar een hindoe naar streeft?
A
nirvana
B
moksha
C
verlichting
D
uitdoving
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de relatie van het hindoeïsme met India?
A
Het hindoeïsme is in India ontstaan.
B
Elke hindoe moet minstens 1x in zijn / haar leven op bedevaart geweest zijn naar India.
C
De meeste hindoe's wonen in India.
D
Hindoeïsme is de staatsgodsdienst in India.
Slide 2 - Quizvraag
Dharma is
A
de leer van het hindoeïsme
B
Jouw plicht uitvoeren
C
De taak van Vishnu; het beschermen van de aarde.
D
Een manier om aan moksha te werken.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe kom je in een hogere kaste?
A
Iemand van hogere kaste trouwen
B
Kan niet
C
Goed karma
D
Reinigend bad
Slide 4 - Quizvraag
Uit welke goden bestaat de ‘trimurti’?
A
Brahman, Vishnoe, Shiva
B
Brahma, Vishnoe, Krishna
C
Dharma, Karma, Atman
D
Vishnoe, Shiva, Brahma
Slide 5 - Quizvraag
Welk omschrijving past niet bij Brahman?
A
Eeuwig
B
Onveranderlijk
C
sterfelijk
D
Oneindig
Slide 6 - Quizvraag
Dit meisje moet bedelend op straat om eten te kopen. Hoe komt het dat haar dit lot treft volgens het Hindoeïsme?
A
Omdat haar ouders geen werk hebben.
B
Omdat ze een negatief karma heeft uit een vorig leven.
C
Omdat dit haar dharma is.
D
Omdat ze een positief karma uit een vorig leven.
Slide 7 - Quizvraag
Welke typering hoort niet bij een oosterse benadering van tijd?
A
Terugkeer van alles
B
Streven naar geluk in dit leven
C
Je neerleggen bij je lot
D
In deze wereld overheerst lijden
Slide 8 - Quizvraag
Welke typering hoort niet bij een westerse benadering van tijd?
A
Vooruitgang
B
Begin en eindpunt
C
Je neerleggen bij je lot.
D
Ontwikkeling
Slide 9 - Quizvraag
Wat houdt het standpunt van Ahimsa in?
A
Eten van vlees
B
Respect voor enkel mensen
C
Niet gebruiken van geweld
D
Terugkeer van het leven
Slide 10 - Quizvraag
De hoogste kast in het kastenstelsel is:
A
Vaishiyas (boeren)
B
Kshatriyas (soldaten)
C
Shudras (werkers)
D
Brahmanen (priesters)
Slide 11 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij: Brahman?
A
brahmanen
B
brahma
C
atman
D
moksha
Slide 12 - Quizvraag
Goed of fout?
India en Pakistan waren ooit één land.
India en Pakistan waren ooit één land.
A
Goed
B
Fout.
Slide 13 - Quizvraag
Wedergeboorte is
A
Reïncarnatie
B
De Atman
C
Samsara
D
Brahman
Slide 14 - Quizvraag
Ander woord voor verlossing?
A
Karma
B
Moskja
C
De heilige koe
D
Kringloop
Slide 15 - Quizvraag
Kringloop van wedergeboorten heet
A
Reïncarnatie
B
De Atman
C
Samsara
D
Brahman
Slide 16 - Quizvraag
Alle goede en slechte daden samen heten
A
Karma
B
Moskja
C
De heilige koe
D
Kringloop
Slide 17 - Quizvraag
Wie hebben het begrip hindoeïsme geïntroduceerd?
A
Hindoes
B
Britten
C
Perzen
D
De mensen in de Indus-vallei
Slide 18 - Quizvraag
Wat is samsara?
A
reïcarnatie
B
de cyclus van reïncarnaties
C
lijden
D
bevrijding
Slide 19 - Quizvraag
Welke definitie hoort bij dit begrip: moksha
A
reïncarnatie
B
lijden
C
bevrijding
D
eeuwig
Slide 20 - Quizvraag
Welke God maakt geen deel uit van de trimurti?
A
Shiva
B
Brahma
C
Vishnu
D
Krishna
Slide 21 - Quizvraag
Wanneer is het hindoeïsme ontstaan?
A
~4500 voor Christus
B
~200 na Christus
C
~6500 voor Christus
D
~2500 voor Christus
Slide 22 - Quizvraag
Na je dood wil je als boeddhist:
A
Verlicht worden
B
In de hemel komen
Slide 23 - Quizvraag
Juist of onjuist: voor een boeddhist is het belangrijk om je aan spullen te hechten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Boeddha koos voor een:
A
Luxe leven en genot
B
monnik worden
Slide 25 - Quizvraag
Boeddhisten geloven ook in reïncarnatie
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Een of oneens: het boeddhisme is een godsdienst
A
Eens
B
Oneens
Slide 27 - Quizvraag
'Boeddha veranderde zijn leven nadat hij vier ontmoetingen had'. Deze stelling is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Hoe heet verlossing in het boeddhisme?
A
Moksha
B
Nirwana
C
Karma
D
Dukkha
Slide 29 - Quizvraag
Boeddha is geboren als?
A
Boeddhist
B
Prins
C
Monnik
D
Priester
