Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de
stam van het werkwoord
2. Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat.
3. Kijk welke regel je moet toepassen.
- stam op -s, -ss, -ß, -x, of -z = (E)ETTENTEN
- stam op -t of -d = bij du, er/sie/es en ihr een extra -e.
- niks bijzonders = FEESTTENTEN-regel.