Als de Tweede Kamer is gekozen, wordt ook een nieuwe regering gevormd.
De regering bestuurd het land. De regering maakt plannen om problemen op te lossen en voert deze plannen uit.
De regering bestaat uit de ministers en de koning. Elke minister houdt zich bezig met een eigen onderwerp. Er is bijvoorbeeld een minister die zich bezig houdt met onderwijs en een minister die zich bezig houdt met zorg.
De koning zit in de regering, maar hij mag geen belangrijke beslissingen nemen. De belangrijke beslissingen worden genomen door de ministers.