Procestechnologie BOL 2 les 1

Procestechnologie BOL 1
Week 1/3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Procestechnologie BOL 1
Week 1/3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud thema
1.  Machines en onderhoud
Technisch | productieproces | eisen en normen | storingen | elektriciteit 
2. Procesmatig werken
Organisatie | bedrijfsprocessen | schema's | oorzaken en gevolgen | 
Deming-cirkel
3. Kostenbewust produceren
Verspillingen | 5S-methode | relatieve luchtvochtigheid | koelen | traceren 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning thema
week 1
Machines en onderhoud
Week 2
Procesmatig werken
Week 3
Kostenbewust produceren 
Week 4
Herhaling: leren en oefenexamen
Week 5
Examen 3078

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machines en onderhoud

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Procestechnologie = vormgeving van de productie- 
      processen
  • Machines, apparaten en onderhoud
  • Waar let je op bij de aanschaf/ hoe voer je onderhoud uit/
      welke storingen kunnen ontstaan/ aandachtspunten
      elektriciteit?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke eisen dien je rekening te houden bij de aanschaf van een nieuwe machine?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hygiënische uitvoering
Schoonmaakgemak --> is het apparaat of de machine makkelijk in zijn geheel of gedeeltelijk te demonteren? Gaat dit makkelijk?
Belangrijk voor voorkomen besmettingsbronnen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hygiënische uitvoering
Rekening houden met:
- Smeermiddelen en materiaal slijtsporen
- Technische uitvoering
- Gebruikte materialen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smeermiddelen en materiaal van slijtsporen
De technische uitvoering
De gebruikte materialen
Moet bestand zijn tegen dagelijkse reiniging met agressieve schoomaakmiddelen en -methodes.
Moet bestand zijn tegen de meest extreme omstandigheden.
Mogen niet met het te verwerken product in aanraking komen.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke veiligheids- en arbonormen t.a.v. apparaten kun je vinden in het e-book?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Productspecifieke eigenschappen
 vs. werking machines
De productkwaliteit
De slijtage en het onderhoud
De energievraag
Het rendement van de apparatuur

Slide 11 - Tekstslide

Een apparaat slijt sneller als je er producten mee verwerkt waarvoor de machineonderdelen niet zijn ontworpen. Denk aan producten die te koud, te hard, te groot of te taai zijn. 
Waardoor wordt apparatuur in de verssector en horeca meestal zwaar belast?

Slide 12 - Woordweb

Dagelijkse demontage, reiniging en montage.
Productwisselingen met onderdelenruil.
Agressieve en vetoplossende reinigingsmiddelen.
Hoge waterdruk met wisselende temperaturen.
Condensvorming door wisselende omgevingstemperaturen.
Het onderhoud van machines wordt in veel bedrijven verzorgd door?
A
Werknemers (aan de lijn)
B
(externe) Onderhoudsmonteur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten onderhoud
Onderhoud voorkomt storingen en dus stilstand van de lijn. 
Preventief onderhoud
Correctief onderhoud
Voorkomen van vastlopen of kapot gaan.
Bij een storing of als een installatie/machine kapot is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van preventief onderhoud aan apparatuur of machines ken jij van je werk/stage?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eenvoudig onderhoud
Schoonmaken
Smeren
Onderdelen vervangen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is schoonmaken essentieel voor machines in de procestechnologie?
A
Het zorgt voor een aangename werkomgeving
B
Het voorkomt slijtage en mogelijke schade
C
Het verhoogt de productiesnelheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste doel van smeren?
A
Het verhogen van de productiesnelheid
B
Het verminderen van wrijving en slijtage
C
Het voorkomen van oververhitting
D
Het verminderen van geluidsniveaus

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is tijdige vervanging van versleten onderdelen belangrijk?
A
Om de productiecapaciteit te vergroten
B
Om de kosten van onderhoud te verminderen
C
Om storingen en schade te voorkomen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke smeermiddelen worden genoemd en waarom worden ze toegepast?
A
Olie - voor langzaam draaiende machines; Vet - voor snel draaiende machines
B
Olie - voor snel draaiende machines; Vet - voor langzaam draaiende machines
C
Olie - voor het verminderen van geluid; Vet - voor het koelen van machines
D
Olie - voor het voorkomen van oververhitting; Vet - voor hoge toerentallen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om storingen of verstoringen te voorkomen, moet je rekening houden met:

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een goede prestatie van apparatuur kan alleen...
  • door goed uitgevoerd onderhoud aan apparatuur
  • door het juist omgaan met apparatuur

De kwaliteit van het proces, product en het lijnrendement worden hierdoor positief beïnvloed.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de verschillende storingsoorzaken door in het e-book

  • Geef aan wat de oorzaak is.
  • Op welke manier kan deze oorzaak leiden tot een storing?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstudie 
Elektriciteit

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste functie van een schakelaar in een elektrische stroomkring?
A
Het regelen van de spanning
B
Het verhogen van de stroomsterkte
C
Het aan- en uitschakelen van de stroom
D
Het verminderen van de weerstand

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verstaan we onder krachtstroom in de context van elektriciteit?
A
Elektriciteit met veel krachtige schakelaars
B
Een driefasige aansluiting met hogere spanning tussen fasen
C
Elektriciteit gebruikt voor zware machines
D
Elektriciteit met extra veel vermogen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van stroomsterkte?
A
Volt (V)
B
Ampère (A)
C
Ohm (Ω)
D
Watt (W)

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een smeltzekering in een stroomkring?
A
Voorkomt kortsluiting
B
Reguleert de spanning
C
Beveiligt tegen lekstroom
D
Verhoogt de stroomsterkte

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een aardlekschakelaar?
A
Beschermen tegen te hoge spanning
B
Reguleren van de stroomsterkte
C
Voorkomen van kortsluiting
D
Onderbreken bij lekstroom om gevaar te voorkomen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van vermogen in elektrische apparaten?
A
Ampère (A)
B
Watt (W)
C
Ohm (Ω)
D
Volt (V)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is weerstand belangrijk in een elektrisch circuit?
A
Vermindert de spanning
B
Voorkomt kortsluiting
C
Belemmert de doorgang van elektrische stroom
D
Verhoogt de stroomsterkte

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk materiaal is een goede geleider voor elektrische stroom volgens de tekst?
A
Zilver
B
Hout
C
Glas
D
Keramiek

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schematische voorstelling van een stroomkring. Boven: gesloten. Onder: geopend.
Elektronen stromen in een stroomkring. Een stroomkring bestaat uit een aantal onderdelen die er samen voor zorgen dat de elektrische stroom kan rondstromen. Als de stroomkring ergens onderbroken is, kan de stroom niet rond. Een elektrisch apparaat kan alleen werken, als de stroomkring gesloten is.
Voorbeeld: door een lichtschakelaar te sluiten ontstaat een stroomkring vanuit het lichtnet via de bedrading, de lichtschakelaar en de lamp. Er kan een stroom gaan lopen.
In de horeca wordt voor een belangrijk deel krachtstroom gebruikt. Krachtstroom is de term die wordt gebruikt voor een elektrische aansluiting tussen twee of drie fasen van een driefasen systeem. Krachtstroom noem je ook wel draaistroom en driefasespanning. Een driefasen aansluiting heeft tussen de fasen onderling een hogere spanning. In het geval van een laagspanningsaansluiting is dat in Europa meestal 400 volt. De drie fasen noem je L1, L2 en L3. 
Ampère is een aanduiding voor stroomsterkte. Hoe hoger de Ampère, hoe sneller de elektriciteit door een object stroomt. De stroomsterkte is medeverantwoordelijk voor de grootte van de schok die je kunt krijgen. 
Stroom heeft ook een sterkte. Met stroomsterkte wordt bedoeld de hoeveelheid elektriciteit die in een seconde door de elektrische leiding loopt. Vergelijk het maar met de hoeveelheid water die door een buis stroomt. Stroomsterkte is de hoeveelheid elektrische stroom die een apparaat verbruikt. De eenheid van stroomsterkte is ampère (A). 
Bij elektriciteit heb je naast geleiding ook te maken met weerstand. Elektrische weerstand is de eigenschap van materialen om de doorgang van elektrische stroom te belemmeren. Elektrische stroom vloeit nooit ongehinderd door een materiaal. De stroom ondervindt een bepaalde weerstand.
 Weerstand druk je uit in Ohm (Ω). Hoe hoger de weerstand van een voorwerp (bijvoorbeeld een stroomdraad), hoe meer energie het kost het voor de elektronen om er doorheen te stromen. Hierdoor wordt de spanning die op de draad staat hoger.
Het elektrisch vermogen is de hoeveelheid elektrische energie die een apparaat omzet in bijvoorbeeld licht, beweging of geluid. Het vermogen van bijvoorbeeld een lamp komt overeen met de hoeveelheid energie die per tijdseenheid wordt verbruikt. De eenheid van vermogen is watt (W).

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beveiligingen
Smeltzekering
Een smeltzekering zorgt ervoor dat de stroomsterkte in een stroomkring niet te groot wordt. Bij een bepaalde maximale stroomsterkte smelt de zekering en wordt de stroomkring verbroken. Een zekering smelt bijvoorbeeld als er kortsluiting in een apparaat optreedt.
Aardlekschakelaar
Er is sprake van een lekstroom als de hoeveelheid stroom die een elektrische installatie in gaat, groter is dan de stroom die er weer uitgaat. Bij geaarde toestellen vloeit de lekstroom dan via de aarding weg. De aardlekschakelaar zal bij een overschrijding van de stroom in werking treden, waardoor de betreffende groepen spanningsloos worden. Een aardlekschakelaar is een automatisch werkende schakelaar die de stroomkring onderbreekt. 
Randaarde bij stekker en stopcontact
Randaarde zorgt ervoor dat een elektrisch apparaat niet onder stroom kan komen te staan. De randaarde zorgt ervoor dat de stroom naar de aarde (aardlekschakelaar) stroomt.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies