les 2 De bloedsomloop

Thema 3 basisstof 2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 basisstof 2

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkcontrole blz. 161

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk check
Huiswerk noteren
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof  2
Aan de slag! 
ff checken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 22 november 2e uur

Hoofdstuk 3.2 De bloedsomloop

Lezen va blz. 158 
Maken 1 t/m 10
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...

....tenminste 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
... Je kunt in het bloedatenstelsel 3 verschillende aders en slagaders benoemen.
... Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden door hun functies te benoemen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 6 - Quizvraag

Welke onderdelen van het bloed zijn nodig om bloed te laten stollen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 7 - Quizvraag

Hebben witte bloedcellen een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van witte bloedcellen?
A
Bloedplaatjes onschadelijk maken
B
Zuurstof vervoeren
C
Glucose vervoeren
D
Ziekteverwekkers onschadelijk maken

Slide 9 - Quizvraag

Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en alle bloedvaten.

De weg die het bloed aflegt noemen we de bloedsomloop

Het bloed blijft in het lichaam dus we hebben een gesloten bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop
Als we de bloedsomloop bekijken in ons lichaam en 1 bloedcel volgen komt deze 2 keer door het hart.

We spreken van een dubbele bloedsomloop.

Slide 11 - Tekstslide

Namen bloedvatenstelsel
Slagaders lopen van het hart af naar het orgaan toe. Vaak is terug te zien in de naam naar welk gebied of orgaan hij gaat.

Aders lopen van het orgaan af naar het hart toe. Vaak is terug te zien in de naam van welk gebied of orgaan hij komt. 

Slide 12 - Tekstslide

Namen bloedvatenstelsel
uitzonderingen
Kransslagader : Is het bloedvat die de hartspier voorziet van zuurstof. Dus beweegt van het hart af naar de hartspier toe.

Kransader: Is het bloedvat die afvalstoffen en koolstofdioxide vervoert van de hartspier af naar het hart toe.

Slide 13 - Tekstslide

Namen bloedvatenstelsel
uitzonderingen
Poortader: is het enige bloedvat dat niet naar het hart toe gaat of vanaf komt. 

Hij komt van de darmen af en gaat naar de lever toe. Hij heeft voedingsstoffen opgenomen vanuit de darmen en laat dit "checken" door de lever. Is zuurstofarm.

Slide 14 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen.
Vanaf de longen gaat het bloed weer naar het hart en komt in de linkerhelft terecht.

Doel: zuurstof ophalen bij de longen en koolstofdioxide afgeven

Kleine bloedsomloop: rechterhelft hart-longen-linkerhelft hart

Slide 15 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
De linkerhelft van het hart pompt het bloed naar het hele lichaam. Vanuit het lichaam komt het bloed weer in de rechterhelft van het hart.

Doel: zuurstof afgeven aan de cellen van het lichaam en koolstofdioxide opnemen.

Grote bloedsomloop: linkerhelft hart-cellen in het lichaam-rechterhelft hart

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Aan de slag!
Wat?  Lezen va blz. 145 Maken 1-2-3-4-5-7-8-9
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?   10 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? Bedenk welke vragen bij de lesdoelen horen. Random check bij 3 leerlingen.
Klaar? Test-je- zelf maken 3.3
               



timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide