Hoeveel vragen moet je beantwoorden om bij de mier uit te komen?
A
4 of 5
B
6
C
3
D
7
Slide 3 - Quizvraag
Kan ik ook gewoon plaatjes kijken op een zoekkaart?
A
Ja natuurlijk
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Waarom niet?
Er zijn soms diertjes die erg op elkaar lijken dus als je alleen kijkt kan je een foutje maken. Ook leer je minder goed te kijken naar alle kenmerken. Op heel veel zoekkaarten is het ook moeilijk om verschillen te zien
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld lastige zoekkaart
Slide 6 - Tekstslide
Kijk naar de zoekkaart in het document voor de volgende vraag
Slide 7 - Tekstslide
Hoeveel vragen moet je beantwoorden om op de amerikaanse vogelkers uit te komen?
A
7
B
10
C
6
D
5
Slide 8 - Quizvraag
Welke waterdiertjes herinneren jullie je nog (overleggen mag)
Slide 9 - Open vraag
Ingezoomd: De schaatsenrijder
Loopt op het water dmv roeibewegingen en maakt gebruik van oppervlaktespanning (watermolecullen trekken elkaar aan). Deze soort geeft een goede waterkwaliteit aan. Ze kunnen niet op vervuild water "schaatsen"
Slide 10 - Tekstslide
Ingezoomd: De watermijt
Er zijn veel verschillende watermijten. Deze roodgekleurde watermijt komt het meeste voor. Ze zijn heel klein +- 1mm. Ze jagen vooral op de watervlo, die is nog kleiner. Zijn rode kleur schrikt vijanden af. Hij kan door zijn huid ademen en kan in zuurstofrijk water onder water blijven.
Slide 11 - Tekstslide
Kernbegrip in de biologie
Determineren
Slide 12 - Tekstslide
Wat betekend de aanwezigheid van deze soorten?
Door naar soorten te kijken, kan je een schatting maken wat de waterkwaliteit is, dus hoe 'schoon' het water is. Jullie krijgen nu 15 minuten om op basis van de gevonden diertjes uit jullie slootpracticum te bepalen wat de water kwaliteit was. (zie tabel volgende zometeen)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.