In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Inventions
writing skills
Slide 1 - Tekstslide
Les 1: - Groepjes maken van 2 personen
- Ideeën opdoen en/of onderzoek doen
- Uitvinding bedenken / schetsen maken
Les 2: Oefenen schrijfvaardigheid
Les 3: Poster afmaken
Toets: Schrijftoets (e-mail schrijven)
PLANNING Project
Slide 2 - Tekstslide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Het uiteindelijke cijfer telt 1 keer mee.
Een deel van het cijfer bestaat uit het zelfstandig schrijven van de e-mail tijdens de les en een deel bestaat uit het maken van een poster in tweetallen over jullie uitvinding.
ASSIGNMENT:
Slide 3 - Tekstslide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
You recently saw an advertisement of a contest for ‘Young Inventors’ on Instagram. You think you have a good chance of winning the contest with your new invention, so you decide to write an e-mail in which you sign up and tell everything the judges need to know about your invention and why you will be the perfect candidate for this.
ASSIGNMENT:
Slide 4 - Tekstslide
UITVINDINGEN
Slide 5 - Tekstslide
UITVINDINGEN
Slide 6 - Tekstslide
UITVINDINGEN
Slide 7 - Tekstslide
UITVINDINGEN
Slide 8 - Tekstslide
VOORBEELDEN
Slide 9 - Tekstslide
VOORBEELDEN
Slide 10 - Tekstslide
Writing an email
Na deze les weet je...
... wat het is
... hoe je begint
... waar je op let
... hoe je afsluit
Slide 11 - Tekstslide
E-mail
Langere berichten
Duidelijke structuur
Formeel en informeel
Geen sms-taal
Niet altijd een reactie
Je denkt meer na over inhoud
Komt goed over
Bedrijven en organisaties
DM
Korte berichtjes
Meteen zeggen wat je wilt
Informeel
Afkortingen en sms-taal
Vaak een reactie
Vaak even snel reageren
Kan slordig overkomen
Vrienden en familie
Slide 12 - Tekstslide
Bij "To" schrijf je het email adres van de persoon die de mail moet ontvangen
Slide 13 - Tekstslide
Bij "Subject" schrijf je waar de email over gaat.
Keep It Short and Simple (KISS)
Slide 14 - Tekstslide
Deze aanhef wordt gebruikt:
Bij formele emails.
Als je de naam weet.
Als je iemand persoonlijk aanspreekt (je krijgt meestal een reactie terug)
Bijvoorbeeld: je stuurt een email naar een bedrijf of school en wilt graag een reactie van de persoon.
Slide 15 - Tekstslide
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
Slide 16 - Tekstslide
Waar op te letten?
Begin altijd met een begroeting (aanhef) en een komma ("Dear Mrs. Smith, ...")
Gebruik geen "Hey!" tenzij je de persoon echt heel goed kent of dezelfde functie hebt. Formeel = formeel, informeel = informeel.
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf iemands (achter)naam goed... Controleer dit altijd.
Begin met de reden waarom je iemand een mail stuurt.
Keep It Short and Simple (KISS). Bij huiswerk en op school kun je oefenen en krijg je feedback. In de praktijk en op de toets wordt je beoordeeld. Neem geen risico, hou het simpel.
Schrijf het zo op dat je zeker weet dat het goed is. Weet je het niet zeker? Gebruik dan andere verwoording.
Slide 18 - Tekstslide
Naar mijn mening
A
After my opinion
B
In my opinion
C
To my opinion
D
At my opinion
Slide 19 - Quizvraag
Ik zit op Einstein Lyceum
A
I sit onto Einstein Lyceum
B
I go to Einstein Lyceum
C
I go at Einstein Lyceum
D
I sit at Einstein Lyceum
Slide 20 - Quizvraag
Hoe vertaal je 'met vriendelijke groeten'
A
Greetings
B
with friendly greetings
C
Kind regards
D
Greetz
Slide 21 - Quizvraag
SCHRIJFVAARDIGHEIDSTOETS
STRUCTURE:
Verhaal van jouw e-mail:
Schrijf de aangegeven onderdelen uit in minimaal 3 alinea's en gebruik daartussen wit-regels.
Alinea 1: Inleiding / Wie ben je / Waarom mail je?
Alinea 2: Uitleg / Overtuiging
Alinea 3: Afsluiting
Slide 22 - Tekstslide
Writing practice
Pretend you're a British tourist who's forgotten a piece of luggage on a bus during your stay in Rotterdam.
Write an email to the RET asking about their lost-and-found items. Give information about your luggage and when you lost it.
timer
15:00
contact@ret.nl
Slide 23 - Tekstslide
Writing practice
Send Teen Magazine an email of 100 words about one of the following topics: