Taal Cursus 4 stijl nieuwe taal H2 04-02-2024

1 / 28
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

'Bloed, zweet en tranen' - dit is een bijzondere opsomming. Wat voor een?

Slide 2 - Open vraag

Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.

Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 3 - Quizvraag

Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.

Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 4 - Quizvraag

Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.

Welke stijlfiguur herken je hier vooral?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een drieslag?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat

Slide 6 - Quizvraag

In welke zin staat een opsomming?
A
Nooit, nooit ga ik daar nog eens naar toe!
B
Lina is dol op school: ze houdt van wiskunde, Nederlands en Frans.
C
Ik had een twee voor de toets. Ik had dus wel een paar foutjes.
D
Daar ik ben ik niet blij mee.

Slide 7 - Quizvraag

In welke zin staat een climax?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat

Slide 8 - Quizvraag

Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Repetitio
B
Enumeratie
C
Climax
D
Drieslag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden gebruik jij die jouw ouders absoluut niet begrijpen?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Neologisme
Corona leverde, naast veel ellende, ook heel veel nieuwe woorden op. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is generatie C?
A
personen die te weinig vitamine C hebben gehad
B
personen die zich geen voorstelling kunnen maken dat je zonder computer leeft
C
personen die tijdens de coronapandemie geboren zijn
D
generatie die hun identiteit in de cloud hebben

Slide 15 - Quizvraag

huidhonger
A
behoefte van de huid om ingesmeerd te worden
B
personen die behoefte hebben aan zonlicht
C
ernstig uitgedroogd lichaamsomhulsel
D
behoefte aan fysieke aanraking

Slide 16 - Quizvraag

iPadzuster
A
verpleeghulp die ouderen helpt met facetimen
B
verpleeghulp die facetimet met ouderen
C
verpleeghulp die spelletjes speelt op de iPad
D
verpleeghulp die zich voor goede doelen inzet

Slide 17 - Quizvraag

onthamsteren
A
je ongenoegen uitspreken over mensen die te veel hetzelfde artikel kopen in de supermarkt
B
houdbare levensmiddelen die je sinds 16 maart in huis hebt, in de maaltijd verwerken
C
de reclame van Albert Heijn boycotten
D
je hamster uit logeren sturen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ontstaan neologismes?
afleiding
samenstelling
ontlening
nieuwe betekenis

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

raamvisite
Tot corona betekende dit dat je naar de Wallen ging en nu betekent het dat je zwaait bij het raam van bv. je opa en oma.

Slide 23 - Tekstslide

coronakapsel is een
A
afleiding
B
samenstelling
C
ontlening
D
nieuwe betekenis

Slide 24 - Quizvraag

onthamsteren is een
A
afleiding
B
samenstelling
C
ontlening
D
nieuwe betekenis

Slide 25 - Quizvraag

berenjacht
A
afleiding
B
samenstelling
C
ontlening
D
nieuwe betekenis

Slide 26 - Quizvraag

Berenjacht?
Televisie kijken, lezen, bakken en spelletjes spelen. In deze onwerkelijke periode hoeft niemand zich binnen te vervelen, alleen wil je soms toch ook even naar buiten. Maar wat voor spelletjes zijn er buiten te doen zonder de regels te overtreden? Berenjacht! Een spel waarbij men op zoek gaat naar beren die voor de ramen staan in de wijk.

Slide 27 - Tekstslide

raamvisite
A
afleiding
B
samenstelling
C
ontlening
D
nieuwe betekenis

Slide 28 - Quizvraag