Bespreek met 4 of 3 klasgenoten wat handige tips zijn om mens en natuur te leren. (min. 3)
timer
1:00
Slide 6 - Tekstslide
Herhalingsspelletje: Pictionary
Je werkt in groepjes van 4
1 iemand zet een timer op 25 seconden
1 iemand pakt een kaartje en zorgt dat niemand het ziet. Deze persoon probeert het begrip te tekenen.
Anderen raden het begrip binnen de tijd.
Bespreek met elkaar of je weet wat het begrip betekent.
timer
7:00
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
Je verklaart hoe organismen zijn aangepast aan hun biotoop.
Slide 8 - Tekstslide
Organen dier
Slide 9 - Tekstslide
Wat zijn organen?
Verschillende weefsels die samenwerken en samen zijn gegroeid, vormen een orgaan
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een orgaanstelsels?
Een groep organen die samenwerken om een bepaalde taak uit te voeren noem je een orgaanstelsel. Hieronder zie je voorbeelden van orgaanstelsels die aanwezig zijn in een menselijk lichaam.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
In je eentje aan de slag
Maak de quizjes bij praktijkkaart 2 (website hoofdstuk 3)
Maak daarna een tekening van het verteringsstelsel
Zoek de organen op het internet op en kijk wat de functies zijn hiervan'
Dit is huiswerk!
Klaar? Maak theoriekaart 6 (website, hoofdstuk 3)
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Hoe zien planten en dieren er in verschillende gebieden uit?
Slide 14 - Tekstslide
Klopt dit?
Slide 15 - Tekstslide
Klopt dit?
Slide 16 - Tekstslide
Aanpassen aan de omgeving
Biotoop= meest geschikte omgeving met de beste omstandigheden voor een dier
Die omgevingsfactoren zijn abiotisch OF biotische factoren
Welke manier van zaadverspreiding zag je in het filmpje?
Slide 23 - Open vraag
Leerdoelen
Je kunt meerdere orgaanstelsels in een dier benoemen.
Je beschrijft de verschillende stappen van de levenscyclus van een plant en dier en kunt de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
Je beschrijft wat abiotische en biotische factoren zijn, geeft daarbij voorbeelden en geeft aan hoe deze factoren van invloed zijn op de organismen in een bepaald gebied.
Je verklaart hoe organismen zijn aangepast aan hun biotoop.