H7 - §7.3 Zwaartekracht

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.3
  • instructie §7.3
  • practicum 3
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§7.3 Zwaartekracht
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.3
  • instructie §7.3
  • practicum 3
  • Maken opgave uit het boek 
  • Afsluiting les

 


§7.3 Zwaartekracht

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd  kom je nu je huiswerk laten zien!

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken §7.2
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Vragen §7.2

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 27

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 28

Slide 7 - Tekstslide

De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen. 


meetinstrument
symbool eenheid
symbool grootheid
eenheid
grootheid
F
kracht
N
Newton
Veerunster

Slide 8 - Sleepvraag

84 N
5,6 N
0,77 N
2,75 N
0,82 N
97 N

Slide 9 - Sleepvraag

§7.3 - Je leert ...
  • hoe je de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp berekent.

Slide 10 - Tekstslide

Zwaartekracht
De vlucht simuleert dat er 
geen zwaartekracht is.
Is dat ook zo?

Slide 11 - Tekstslide

2

Slide 12 - Video

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde of een ander hemellichaam op een voorwerp.

Het symbool van zwaartekracht is:

De eenheid is newton (N)


Fz

Slide 13 - Tekstslide

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht


Het symbool van massa is m.

De eenheid van massa is kilogram (kg).


Slide 14 - Tekstslide

Zwaartekracht
Op een voorwerp met een massa van 1,0 kg werkt in Nederland een zwaartekracht van 9,81 N. 

In formulevorm geldt:



Fz=m  g

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen!
Bereken de zwaartekracht op een baksteen met een massa van van 2,5 kilogram.
Gebruik hiervoor de G,G,F,B,A -methode
 

        

Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen!
Gegeven:      massa = 2,5 kg,            g = 9,81 N/kg
Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:

Berekening:   

Antwoord: De zwaartekracht op de baksteen is 24,53 N.

Fz=m  g
Fz=2,5  9,81=24,53

Slide 17 - Tekstslide

Even oefenen!

Bereken de zwaartekracht op een auto van 1.280 kg.

Slide 18 - Tekstslide

Even oefenen!
Gegeven:      m = 1.280 kg,        g = 9,81 N/kg
Gevraagd:     Fz = ?

Formule:       

Berekening:  

Antwoord: De zwaartekracht op de auto is 12.556,8 N

Fz=m  g
Fz=1280  9,81=12.556,8

Slide 19 - Tekstslide

Het zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een zwaartepunt

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp.


Opgave 37 + 38

Slide 20 - Tekstslide

01:06
Waarom zegt varkentje Rund dat hij niets heeft laten vallen?

Slide 21 - Open vraag

01:56
Welke richting werkt de zwaartekracht op?

Slide 22 - Open vraag

Practicum 3
 Zwaartepunt bepalen - blz. 252
timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les


Lezen §7.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve 40.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §7.3 uit je boek

Maak alle opgaven behalve 40.


Zs

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen §7.3 uit je boek

Maak alle opgaven behalve 40.


Zf

Slide 26 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 27 - Tekstslide

Zwaartekracht
De vlucht simuleert dat er 
geen zwaartekracht is.
Is dat ook zo?

Slide 28 - Tekstslide

In welke figuur is Fz
goed getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 29 - Quizvraag

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp dat een massa heeft van 4 kg?
A
9,81 kg
B
39,24 kg
C
39,24 N
D
98,1 N

Slide 30 - Quizvraag

Op een steen werkt een zwaartekracht van 20 N. Bereken de massa van de steen.
Antwoord afronden op één decimaal.

Slide 31 - Open vraag

Weet je nu ...
  • hoe je de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp berekent.

Slide 32 - Tekstslide

Ja, dat weet ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll