3MA week 21

3M week 21
Please sit down, start reading in your reading books. If you didn't bring your reading book start copying the irregular verbs One by one get a chromebook. 
timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

3M week 21
Please sit down, start reading in your reading books. If you didn't bring your reading book start copying the irregular verbs One by one get a chromebook. 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Reading
Take out your book and start reading!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

3M Unit 6
made a boo boo

Slide 3 - Tekstslide

6.1
We are going to do excercises 1 to 6. 

Slide 4 - Tekstslide

Grammar

Slide 5 - Tekstslide

ADVERBS & ADJECTIVES

Slide 6 - Tekstslide

Adjectives = bijvoeglijk nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Het zegt iets over een zelfstandig naamwoord:

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 7 - Tekstslide

Adverb = bijwoord
Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet. Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.
                                                                                    Mary sings wonderfully.
                                                     My grandparents talk incredibly loudly.
                            I am eating an amazingly delicious steak right now.
                                                         Hopefully, she will call me back later.


Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je een bijwoord?
Bijvoeglijk naamwoord + LY
IC - ALLY
(fantastic - fantastically)
Y - ILY
funny - funnily

Slide 9 - Tekstslide

Uitzonderingen:


good - well
quite - quite
fast - fast
hard - hard
long - long

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
1. My teachers are nice.
2. That car looks beautiful.
3. Haggis smells awful.

Na koppelwerkwoorden zoals: to be (zijn), to seem (lijken), to feel (zich voelen) + to look (eruitzien), to smell (ruiken), to sound (klinken), to taste (smaken) gebruik je geen bijwoord, maar een bijvoegelijk naamwoord.

Slide 11 - Tekstslide

DUS...

Ron is a careful driver.

Ron drives carefully.

Slide 12 - Tekstslide

My aunt always cries very ___!
A
loud
B
loudly

Slide 13 - Quizvraag

The girl sings really ___!
A
fantastic
B
fantastically
C
fantasticly

Slide 14 - Quizvraag

Beyoncé looks ___ fabulous, doesn't she?
A
incredible
B
incredibly

Slide 15 - Quizvraag

Vinny plays rugby very ___.
A
good
B
well

Slide 16 - Quizvraag

Extra oefenen met 
de adverbs & adjectives?



Slide 17 - Tekstslide

Now do excercise 7

Slide 18 - Tekstslide

Present Perfect/ Past Simple

Slide 19 - Tekstslide

Past
Simple

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Past simple
We ........... (to talk) about or holiday all night.
A
talk
B
talked
C
talkd
D
talks

Slide 22 - Quizvraag

Past simple
I ...... my boyfriendthis morning
A
kiss
B
kisses
C
kissed
D
kissing

Slide 23 - Quizvraag

Past simple
They ...... hard for the test.
A
study
B
studyd
C
studied
D
studies

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

She
(go) to Australia in 1994 and she liked it very much.
A
go
B
is going
C
gone
D
went

Slide 26 - Quizvraag

My father usually
(like) his steak well-done.
A
like
B
likes
C
liked
D
liking

Slide 27 - Quizvraag

6.1
Now do excercise 8
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

6.3
Let's go on with 6.3

Slide 29 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Omdat de eindtoets een leesvaardigheids toets is gaan we dat oefenen. Je gaat naar hoofdstuk 1 examprep reading!

Slide 30 - Tekstslide

Homework
Examprep unit 1 reading

Slide 31 - Tekstslide