3. Woche Klasse 3

3. Woche Klasse 3
Schreibecke S. 44

Was hast du alles gemacht?
Das Thema Kleider und das Thema Urlaub
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3. Woche Klasse 3
Schreibecke S. 44

Was hast du alles gemacht?
Das Thema Kleider und das Thema Urlaub

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschreibe die Klamotten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema: Kleidungsstücke & Farben

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Kleidungsstücke kennst du?
Schrijf op: kleren in het Duits

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gelb
blau
rot
grün
orange
schwarz
grau

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Im Klamottenladen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe 
Mein Urlaubserlebnis auf Deutsch
#Schülerzeitung TAK

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ländernamen auf Deutsch

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schreibecke E 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urlaubserlebnisse schreiben
Schreib kurz über deine Sommerferien. Benutze die Schreibecke. Du kannst auch ein online Wörterbuch benutzen, aber, du musst die Sätze selber aufschreiben in deinem Buch (S 46)
Mindestens 100 Wörter
 (In de volgende dia vind je inspiratie)


Wie? Individuell
Hilfe: Wörterbuch NL-D
Zeit: 15 Minuten

Fertig: die Berichte vorlesen und vergleichen

timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Die Schüler sollten ihre Urlaubserlebnisse auf Deutsch schreiben. Sie sollten aufgefordert werden, sich an das Lernziel zu erinnern und mindestens 150 Wörter zu verwenden.
  1. Ik kan vertellen naar welke bestemming ik ben geweest (land + plaats)
  2. Met wie?
  3. Hoe lang?
  4. Welk verblijf (hotel, camping, huisje,....)
  5. Wat heb je daar gedaan?
  6. Wat nam je mee? (3 dingen noemen) 
Ich war in den Sommerferien in Süd Deutschland im Urlaub. Ich war da mit meinem Mann. Wir waren Mountainbike fahren und schwimmen.
Wir waren 2 Wocjhen da.
Ich hatte meinen Hund mit, mein Fahrrad und mein Koffer

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Übung 19
  1. Nürnberg
  2. am Wochenende
  3. einem Festival
  4. mit Freunden
  5. die Stimmung
  6.  den Kick
Hausaufgaben:
Tekst 14 mit Fragen
(Du hast die Wahl:
S. 20/21 oder S. 22/23)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies