Begin met een overzicht van de periode waarin Nazi-Duitsland bestond.
Gedwongen lidmaatschap
In 1936 werden alle kinderen lid van de Hitlerjugend of de Bund Deutscher Mädel.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat de Hitlerjugend en de Bund Deutscher Mädel waren en waarom kinderen gedwongen lid moesten worden.
Propaganda
Kinderen werden blootgesteld aan nazi-propaganda via school, jeugdorganisaties en media.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit hoe propaganda werd gebruikt om kinderen te beïnvloeden en de nazi-ideologie te verspreiden.
De Hitlergroet
Kinderen groetten elkaar en volwassenen met de Hitlergroet.
Slide 7 - Tekstslide
Laat foto's of video's zien van kinderen die de Hitlergroet brengen en bespreek waarom dit gebeurde.
Jodenvervolging
Joodse kinderen werden gediscrimineerd en uitgesloten van onderwijs en activiteiten.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf hoe joden werden behandeld en hoe kinderen hierbij betrokken waren.
Kinderen in oorlog
Kinderen werden ingezet in de oorlogsinspanning, bijvoorbeeld door het ophalen van schroot.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf hoe kinderen werden ingezet tijdens de oorlog en hoe dit hun leven beïnvloedde.
Propagandafilms
Kinderen keken naar propagandafilms zoals 'Hitlerjunge Quex' en 'Pimpf'.
Slide 10 - Tekstslide
Laat fragmenten zien van propagandafilms en bespreek hoe deze films de nazi-ideologie verspreidden.
Impact op kinderen
De nazi-ideologie had een grote impact op kinderen en hun ontwikkeling.
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijf de mogelijke gevolgen voor kinderen die opgroeiden onder de nazi-ideologie.
Reflectie
Wat heb je geleerd over opgroeien als kind in Nazi-Duitsland?
Slide 12 - Tekstslide
Sluit af met een reflectieopdracht en bespreek de belangrijkste punten van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.