Schrijfopdracht Nederlands - zakelijke mail

Een zakelijke mail schrijven
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een zakelijke mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Zakelijke mail - tekstdoel
Wanneer schrijf je een zakelijke mail?
Een paar voorbeelden:
  • Je wilt een afspraak bij de tandarts verzetten
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon
  • Je hebt een klacht over een gekochte broek
  • Je wilt je aanmelden voor een actie voor het goede doel

Slide 2 - Tekstslide

Zakelijke mail - publiek
Aan wie schrijf je een zakelijke mail?
Je schrijft een zakelijke mail aan iemand die je niet kent. Je bent dus geen vrienden of familie. Bijvoorbeeld:
  • De dokter
  • Een leerkracht
  • Telenet, andere bedrijven... 
  • De directeur van een bedrijf

Slide 3 - Tekstslide

Zakelijke mail - taalgebruik
Wat voor taalgebruik gebruik je in een zakelijke mail?
Je schrijft de mail aan iemand die je niet kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. Dit noem je formeel taalgebruik (denk aan hoofdletters). Bijvoorbeeld:
  • Geen jij/je, maar U
  • Mevrouw Van der Veen
  • Meneer De Groot

Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke mail - opzet
Een zakelijke mail heeft een vaste opzet, namelijk:
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Slot
  • Slotgroet 
  • Ondertekening

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke mail - aanhef
Wat staat er in de aanhef?
Je begint je zakelijke mail met een nette aanhef om hem goed en netjes te beginnen (denk aan hoofdletters). Na de aanhef komt GEEN komma. Bijvoorbeeld:
  • Geachte heer/mevrouw
  • Beste mevrouw Van Gaal
  • Geachte meneer Venhuizen

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke mail - inleiding
Wat staat er in de inleiding?
In de inleiding noem je de reden waarom je schrijft. 
Je benoemt dus het doel van je mail.

Slide 7 - Tekstslide

Zakelijke mail - middenstuk
Wat staat er in het middenstuk?
In het middenstuk geef je de gevraagde informatie.
In dit geval dus titel en auteur van het boek alsook twee goede argumenten waarom je dit boek gekozen hebt. 

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke mail - slot
Wat staat er in het slot?
In het slot vraag je om een reactie en bedank je de persoon aan wie je schrijft. Bijvoorbeeld:

  • Ik zie uw reactie graag tegemoet. Alvast bedankt voor de moeite.

Slide 9 - Tekstslide

Zakelijke mail - slotgroet
Wat staat er in de slotgroet?
In de slotgroet sluit je vriendelijk af. Na de groet komt altijd geen komma. Bijvoorbeeld:

  • Met vriendelijke groeten

Slide 10 - Tekstslide

Zakelijke mail - ondertekening
Wat staat er in de ondertekening?
In de ondertekening zet je je eigen voor- en achternaam (denk aan hoofdletters). In dit geval gebruik je de handtekening zoals deze op school wordt ingesteld. 

Slide 11 - Tekstslide

Zakelijke mail - tips
Hieronder nog een aantal tips voor het schrijven van een zakelijke mail:

  • Spreek de ander aan met 'u' en gebruik beleefde taal
  • Gebruik een witregel tussen alle onderdelen
  • Denk om hoofdletters bij namen

Slide 12 - Tekstslide

Houd rekening met: 
-Je vermeldt een concreet en beknopt onderwerp in de onderwerpsregel.
-Je begint met een beleefde, persoonlijke aanspreking. 
-Je taal en zinsbouw is correct. 
-Je spelling is correct. 
-Je zinnen zijn vlot verwoord en gevarieerd. 
-Je vermeldt titel en auteur. 
-Je gaf twee grondige redenen om je boekkeuze te verantwoorden. 
-Je sluit af met een beleefde slotformule. (groet/witregel/naam) 

Concrete evaluatiecriteria: zie Smartschool!


Slide 13 - Tekstslide