DigiTOL_OpenVorming CVO Lethas

1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
Hoger onderwijs

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Eva
welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Eva
Enkele afspraken

  • Microfoon op mute.
  • Wil je spreken?  Zet je microfoon aan.
  • Vraag? Opmerking? Steek je hand op.
  • Wat heb je nodig? Smartphone, pen en papier.
  • Noodnummer Karen: 0477 82 16 55.

Slide 3 - Tekstslide

Eva
Wie zijn wij?
  • Zet je camera uit.
  • Luister naar de statements.
  • Is dit voor jou van toepassing? Zet je camera aan!

Slide 4 - Tekstslide


Eva start: 
Karen
Eva
Karen
Eva:Ik werk in BXL





Huis van het Nederlands?
Huis van het Nederlands?

Slide 5 - Tekstslide

Karen

Beknopte voorstelling van Huis. Info:
  • We geven zelf geen lessen (foto gebruiken -> Waarvoor komen de meeste mensen naar dit gebouw?)
  • Voornamelijk Screening en oriëntering
  • Ook: Oefenkansen -> conversatietafels
  • Wij: Team Taalbeleid Opleidingen -> filmpje Rising You ter illustratie

Taalbeleid Rising You

Slide 6 - Tekstslide

Karen

Slide 7 - Video

Jessica
TAALVAARDIGHEID IS IN HOGE MATE BEPALEND VOOR DE SCHOOLLOOPBAAN

Slide 8 - Tekstslide

Karen
Waarom ondersteunen we opleidingen op vlak van taal? Wat is onze 'why'?

Slide 9 - Tekstslide

Karen
Een greep uit de vakopleidingen die we ondersteunen of ondersteund hebben: schilder, elektricien, lasser, verhuizer, logistiek helper, verzorgende, verpleegkundige, schrijnwerker, grootkeukenmedewerker, grootkeukenhulpkok, ...
Welke moeilijkheden omwille van de taal ervaar je in de les?

Slide 10 - Tekstslide

Eva
Instructie: deelnemers antwoorden in de chat. Eva bemant de chat alleen tijdens deze oefening (rest vd vorming Karen)
Doelen van deze vorming
  • Je maakt kennis met taalontwikkelend lesgeven

  • Je kan zelf aan de slag gaan met taalontwikkelend
      lesgeven

Slide 11 - Tekstslide

Eva
taalontwikkelend
lesgeven?

Slide 12 - Woordweb

Eva: proberen te slepen (zonder toelichting)

Wat is taalontwikkelend lesgeven? Wat komt er in jou op? Wat denk je?
Taalontwikkelend lesgeven:
  • Taalsteun: woordenlijst, schrijf- en spreekkader, stappenplan, feedback

  • Interactie: groepswerk, debat, feedback, 

  • Context: voorkennis activeren, levensecht leren,                               van praktijk naar theorie
TOL: in elke les werken aan vakdoelen en taaldoelen

Slide 13 - Tekstslide

Eva
Hebben de deelnemers al veel antwoorden gegeven bij de woordspin? Ga hier vlug over.
Context

Slide 14 - Tekstslide

Nele
Context is van belang, zeggen we, maar waarom is dat eigenlijk? Om dit even te illustreren deze cartoon.
Denkvraag: Beeld je eens in dat je de man rechts boven bent? Wat zie je? Of nog belangrijker: Wat zie je niet? Welke conclusie trek je hieruit? Bedenk dit kort voor jezelf.
Je wilt je cursisten graag ondersteunen wanneer je lesgeeft, hun een kapstok aanbieden om de nieuwe leerstof een plaats te geven. Wanneer je cursisten een duidelijke context geeft, zorgt dit voor een beter begrip. Maar hoe doen we dat nu?


timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Eva

Alternatief voorbeeld: 
Foto's van apps en die moeten ze in categorieën indelen, voor geschiedenis? historische figuren, voorwerpen, kaarten van regio's (in de tijd, Macusa: schilderijen, krantenkoppen indelen?
  
Iemand licht toe, 2 personen in totaal

Mogelijke paren:
  • 2 + 4 = parer + émonder -> het overtollige verwijderen, pellen (bij emonderen doe je dat door de tomaten eerst te koken)​
  • 5 + 6 = je gebruikt een materiaal, nl. mandoline en demi-chef​
  • 1 + 3 = resultaat van de snijtechniek -> julienne en brunoise​
Hoe creëer je context?

  • Activeer voorkennis
  • Voorzie authentiek lesmateriaal
  • Koppel de les aan alledaagse ervaringen
  • Structureer het denkproces
  • Creëer ervaringen: rollenspel

Slide 16 - Tekstslide

Eva

Hier concrete voorbeelden aan kopellen
Toch weer te theoretisch?  De puntjes die er nu staan kunnen vervangen worden door voorbeelden van werkvormen.
Gebruik laatste vb. als link naar rollenspel
Online rollenspel

Slide 17 - Tekstslide

Aanpassen: op maat maken.
                   De situatie
  • Wat? Sollicitatiegesprek voor een stageplek 
  • Wie?  Cursist en medewerker van het museum voor Natuurwetenschappen

Slide 18 - Tekstslide

Jessica
                      Hoe? 
  • Klik in de chat op de link naar de opdracht.
  • Wij sturen jou naar de break-outroom. 
  • Lees de opdracht. 
  • Verdeel de rollen en klik de hulpfiche aan. 
  • Kies een taal.
  • Start het rollenspel.
Vraag? Probleem?
Stuur een bericht in de chat. 

Slide 19 - Tekstslide

Jessica
Uitleg gebruik vereenvoudigen, het zal zichzelf uitwijzen
  • Groepjes van 2
  • Leg hier nog duidelijk uit dat ze het rollenspel in een andere taal doen, zodat ze het zelf ervaren hoe dat is om een gesprek te moeten doen zonder de kennis van vaktaal te hebben.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Eva
Zoom maakt groepjes, random
Even nabespreken

Slide 21 - Tekstslide

Aanpassen: op maat maken.

Slide 22 - Tekstslide

Karen
De les duurt 2 x 50 min. In totaal is de leerkracht 80 minuten aan het woord. Er zijn 15 cursisten. Hoeveel minuten komt elke cursist aan het woord?
Interactie is essentieel om tot leren te komen
A
0.8 minuten
B
2,7 minuten
C
6.5 minuten
D
1.3 minuten

Slide 23 - Quizvraag

Nele
Jullie mogen je GSM nemen, want we krijgen nu een rekenvraag :)  Normaal zit je nog in de app. als dat niet het geval is. Geen probleem de code staat linksonder (lessoup.app)

Nabespreking: Hopelijk was dit geen eyeopener ;) Het is dus essentieel
 dat er voldoende tijd overblijft dat de cursisten zelf aan het woord zijn. Kans tot interactie. Kans om te leren.

Hoe zorg je 
voor interactie?

Slide 24 - Tekstslide

Karen: aan het einde van de bespreking:
Eva wat gaan we doen?

Deelnemers geven voorbeelden van het creëren van interactie in de chat. Wij vullen aan.

Informatiekloof
Denken - delen - uitwisselen/ placemat
Experts
Genummerde hoofden
Feedback
Je mag een anderstalige cursist niet verbeteren. Zo c​reëer je spreekangst. Eens? Oneens? Waarom?

Slide 25 - Open vraag

Eva
Nabespreking:  niet helemaal juist want feedback op vorm en inhoud is essentieel voor het leerproces:
  • Als je niet weet dat je fouten maakt dan kun je jezelf ook niet verbeteren
  • Fouten raken ingeslepen in geheugen en dan wordt het steeds moeilijker ze af te leren
Voorkom dat een cursist spreekangst ontwikkelt: 
  • Veilige manier van feedback geven is belangrijk (parafraseren bijvoorbeeld). 
  • Afspreken wanneer en op welke manier je fb geeft
  • FB op het einde van het gesprek
  • Bevestig ook goede resultaten en antwoorden!

PAUZE
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Eva
Te veel om allemaal toe te passen in de les? 
Marianne Verhallen - specialist in woordenschatdidactiek 
Taalsteun
& woordenschat

Slide 28 - Tekstslide

Eva
Je hoorde het al: woordenschat is belangrijk. Het is het vehikel, zoals Marianne Verhallen zegt, om jouw boodschap mee over te brengen. Maar er zijn zoveel woorden en vaak kennen cursisten een heleboel woorden die ze nodig hebben om nieuwe woorden te leren, niet. Ze kennen niet alleen de vaktaal niet, maar ook met het begrijpen van instructies hebben ze het moeilijk, omdat ze de schooltaal (denk aan: vat samen, conclusie, geef weer) niet kenen. Hoe gaan we daar nu het beste mee om? Daar willen we eens samen over nadenken.

Slide 29 - Tekstslide

Jessica
Hoeveel nieuwe woorden kan je in
1 lesuur verwerven?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 30 - Quizvraag

Eva
Eens proberen? 

  1. Klik in de chat en open de tekst over dementie
     
  2. Selecteer 10 woorden die de cursisten moeten kennen aan het einde van de les.

  3. Noteer de woorden voor jezelf.
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Eva

Werkvorm:
- ze selecteren in de breakout room 10 woorden.
- als ze klaar zijn komen ze zelf terug en vragen ze de antwoorden.
- Als ze terugkomen uit de breakoutroom krijgen ze de antwoorden en kunnen ze evt vragen stellen




de achteruitgang 
de verandering
het gedrag


                                           
                                     
                                      dementie
                                      vasculair
                                      de zenuwcel
                                      het eiwit  



10 woorden


het symptoom 
de oorzaak 
de afname

Slide 32 - Tekstslide

Eva


Dagelijkse taal
de achteruitgang 
de verandering
het gedrag
                                    
                                    
                                     Vaktaal           
                                      dementie
                                      vasculair
                                      de zenuwcel
                                      het eiwit  





Schooltaal
het symptoom 
de oorzaak 
de afname

Slide 33 - Tekstslide

Eva
Van DAT naar CAT...
  • dagelijkse spreektaal (DAT)
  • schooltaal (overgang)
  • vaktermen (CAT)

DAT= Dagelijkse algemene taalvaardigheid
CAT= Cognitief abstracte taalvaardigheid

Slide 34 - Tekstslide

Eva
Les over dementie
  • Leerlingen maken de overgang van DAT naar CAT via verschillende lesactiviteiten. 
  • Hoe begin je de les? Hoe bereik je het einddoel? 
DAT= dagelijkse taal
CAT= vaktaal (cognitief academisch)

Slide 35 - Tekstslide

Eva
Les over dementie
  1. Klik op de link in de chat.
  2. Zet de verschillende lesonderdelen in een logische volgorde. 
  3. We sturen je naar de break-outroom.
  4. Bespreek jouw aanpak met de andere deelnemers in de break-outroom. 

Slide 36 - Tekstslide

Eva
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Eva
Zoom maakt groepjes, random
Les over dementie

Slide 38 - Tekstslide

Eva

Aparte slide: Nabespreking a.d.h.v. lesopbouw. Van DAT naar CAT
                   Taaldoos

Slide 39 - Tekstslide

Eva
  • Een good practice waar we trots op zijn: een hulpmiddel voor docenten om woordenschat in te oefenen, te oefenen op zinsstructuur of inspiratie om een tekst aan te brengen.
  • netwerkopbouw in je hoofd = kapstokken / werken met thema's 
==> sneller woorden onthouden

Slide 40 - Video

Jessica
Taalsteun
& Duidelijk Nederlands

Slide 41 - Tekstslide

KAren
Opdracht: tekst 
1. Er zijn 2 groepen.
2. Groep 1 leest tekst 1. Groep 2 leest tekst 2.

Leesopdracht
1. Benoem de drie lagen van de huid.
2. Wat gebeurt er met de bloedvaten bij warmte en bij koude?
3. Wat is de functie van pigment?



timer
1:30

Slide 42 - Tekstslide

Karen
Opdracht:
1) 2 teksten in de chat
2) groep 1 leest tekst 1, groep 2 leest tekst 2
3) Jullie krijgen 1 minuut de tijd zoveel mogelijk tips uit de tekst te halen. Je mag NIET noteren.
4) 1 iemand van groep 1 en 2 geven mondeling antwoord
De huid (tekst 1)

De huid vormt met een oppervlakte van 2m² het grootste orgaan van het menselijk lichaam. Deze bestaat uit drie lagen, namelijk de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel. De huid heeft in het algemeen een beschermende functie, maar heeft ook nog andere functies. Zo bevat de kiemlaag cellen dit pigment produceren, hetgeen fungeert als bescherming tegen ultraviolette straling, een veroorzaker van huidkanker. De hoeveelheid pigment is afhankelijk van je huidtype. Ook draagt de huid bij aan het constant houden van de lichaamstemperatuur. Bij warmte worden de bloedvaatjes in de huid verwijd, waardoor extra warmte aan de omgeving afgegeven wordt via de poriën. Bij koude vernauwen de bloedvaatjes zich waardoor warmte beter wordt vastgehouden in het lichaam. Ook vet zorgt daarvoor. 

Slide 43 - Tekstslide

Karen
De huid (tekst 2)
Het lichaam van een mens is bedekt met huid. De huid bestaat uit verschillende lagen. In figuur 1 zie je de drie lagen getekend. Het zijn de opperhuid, de lederhuid en het onderhuids bindweefsel.


De opperhuid beschermt
De buitenkant van je huid heeft opperhuid. De opperhuid beschermt de lagen die eronder liggen. Het is eigenlijk een soort afdeklaag. Het allerbovenste laagje noemen we de hoornlaag. Op de plekken waar je je huid veel gebruikt, wordt de hoornlaag hard en krijg je eelt. Voel maar eens aan de onderkant van je voet en aan de vingers die je het meest gebruikt. Direct onder de hoornlaag zit de kiemlaag. Daarin zitten cellen die de kleur aan je huid geven. We noemen ze pigmentcellen. Mensen met een donkere huid hebben in die kiemlaag veel bruine pigmentcellen zitten. Bij blanke mensen zit er in deze cellen weinig bruin pigment, maar meer geel pigment. Ook dat pigment is belangrijk als bescherming: het houdt zonlicht tegen. Te veel zonlicht, vooral het UV-licht, is slecht voor je: je kunt er huidkanker van krijgen.


De tweede laag: de lederhuid
Onder de opperhuid ligt de lederhuid. Daarin liggen zintuigjes waarmee je kunt voelen. Als je goed naar je huid kijkt, zie je dat er haartjes groeien dus door de oppervlakte van de huid heen naar buiten. In de lederhuid zitten ook zweetklieren en bloedvaten. Die zijn belangrijk om de warmte van je lichaam te regelen. Soms heb je het erg warm, dan verwijden de bloedvaatjes zich, bijvoorbeeld na het sporten. Zweetkliertjes in de lederhuid zorgen er dan voor dat je die warmte kwijtraakt. Het warme zweet kan je huid uit door kleine gaatjes in de opperhuid, die we poriën noemen.


De derde laag: het onderhuids bindweefsel
Onder de lederhuid ligt de derde laag van de huid, die heet onderhuids bindweefsel. In deze laag zit vooral vet. Dat zorgt er ook voor dat je niet te snel afkoelt.


Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 tips voor een duidelijke tekst
  1. Gebruik transparante woorden.
  2. Let op met beeldspraak en woordspelingen.
  3. Zorg voor korte alinea's met korte zinnen.
  4. Schrijf actief, vermijd passief.
  5. Gebruik illustraties, foto's of symbolen.
  6. Denk aan structuur en lay-out.


Slide 45 - Tekstslide

Karen ,in het TOL boekje op p16 staan andere  tips... Ik typte ze alvast uit en voegde een 6e toe ha ha. Kies maar. :)
Wat is het niet.... 
Je huid beschermt je lichaam. In de huid zitten drie lagen. De bovenste laag heet opperhuid. Daarin wordt ook pigment gemaakt, de bruine kleur die je huid beschermt tegen zonlicht. Daaronder ligt de lederhuid, met daarin zweetklieren. Zweten helpt je afkoelen. De warmte gaat door de poriën naar buiten. Daaronder ligt het onderhuids bindweefsel.  
versimpelde tekst waar ook de vakdoelen verlaagd zijn

Slide 46 - Tekstslide

KAren
Voorbeelden van taalsteun
  • Ga naar de chat en bekijk de voorbeelden:                                          - Sleutelschema de huid                                                                              - Hulpfiche verslag schrijven                                                                      - Schrijfkader

  • Vragen?

Slide 47 - Tekstslide

Karen
Via de chat versturen
Checklist taalontwikkelend lesgeven

Slide 48 - Tekstslide

zelf aan de slag gaan, om je les voor te bereiden. Deze staat ook in het boekje. Sommige criteria kunnen bij verschillende pijlers. 

Meer uitleg over structuur bij taalsteun.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitaal 
Leren

Slide 52 - Tekstslide

* voorbereiding: veel en strikter voorbereiden; break-outrooms:
aandachtsboog is wat minder (spinning wheel)
* niet te veel tools, alles verzamelen op een digitaal leerplatform (bv. Smartschool, Google Classrooms)
* Toffe tools: LessonUp, Zoom voor Break-outrooms, Edpuzzle, Bookwidgets, Quizlet, ...
* ppt (veel nieuwe functionaliteiten: voice-over) kan ook, delen via Teams
Tips & tricks
Digitaal                  leren

Slide 53 - Tekstslide

  • Doel: wat wil je bereiken? Wat moeten de cursisten op vlak van inhoud & taal kunnen? Communiceer dit ook ook.
  • Maak inhoudelijke keuzes : type gesprek: vergadering, sociale babbel, klachtgesprek., evaluatie, feedback gesprek
  • KAder in lessenreeks: opbouwen (leerlijn)
  • Maak afspraken met cursisten (geef voorbeelden van CVO Lethas). het doel moet concreet en duidelijk zijn. Beoordeling? Oefening? Is er ondersteuning van een checklist? Wat gebeurt er als ze niet digitaal komen opdagen?
  • Zorg voor Plan B: wat doe je als de techniek faalt?
  • Kies de juiste tool: meerdere tools voor hetzelfde
Tips om een online spreekoefening te organiseren:

Wat krijg je van ons? 
"
het boekje "Taalontwikkelend Lesgeven"
Wat neem jij mee?

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt

Slide 55 - Tekstslide

Nabespreking over  5 minuten. 


Woorden inoefenen: 
woorden flitsen
Ik ben wakker! U toch ook?

Slide 56 - Tekstslide

Jessica
Woorden flitsen
- structureren
- samenvatten
- conclusie
- veronderstelling
- casus
- analyse
- methode
- paragraaf

timer
0:15

Slide 57 - Tekstslide

Jessica
Welke woorden heb je onthouden?

Slide 58 - Open vraag

Jessica
Woorden flitsen
- structureren
- samenvatten
- conclusie
- veronderstelling
- casus
- analyse
- methode
- paragraaf

Slide 59 - Tekstslide

Jessica
Oefening woorden flitsen vormt link naar de taaldoos, want woorden flitsen is een oefening die ook op de fiches in de taaldoos staat (toch?)