2324 H1 PW IRAN_VersieRemco


Iran is 1.650.000 km² groot en er wonen 83.000.000 mensen.
Wat is de bevolkingsdichtheid van Iran?
Schrijf ook de berekening op!

1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Iran is 1.650.000 km² groot en er wonen 83.000.000 mensen.
Wat is de bevolkingsdichtheid van Iran?
Schrijf ook de berekening op!

Slide 1 - Open vraag



Kies de juiste uitspraak.

A
In Iran wonen meer mensen per vierkante kilometer dan in Nederland. De bevolkingsdichtheid is er dus hoger.
B
Iran is groter dan heel Europa.
C
Als de bevolking van een land groeit, wordt de bevolkingsdichtheid hoger.
D
Een kaart is een vergrote tekening van een gebied.

Slide 2 - Quizvraag



Kijk op de kaart hiernaast (klik erop om deze te vergroten).
Deze kaart van is een overzichtskaart.



A
GOED
B
FOUT

Slide 3 - Quizvraag



Wat is een legenda?



A
Een beschrijving van de plaatsen op de kaart.
B
De uitleg hoe de kaart gebruikt moet worden.
C
Een getal waarmee je afstanden op een kaart kunt meten.
D
De verklaring van de kleuren, tekens en symbolen op de kaart.

Slide 4 - Quizvraag


Een kaart heeft een schaal van 1 : 500.000.
De afstand tussen twee plaatsen op de kaart is 3 cm.
Hoeveel kilometer is die afstand in werkelijkheid?
Noteer het antwoord hieronder.

Slide 5 - Open vraag

Sleep het schaalniveau naar de bijbehorende tekst.
Let op: één schaalniveau wordt dus niet gebruikt!
Een kaart van een park in Amsterdam.
Een kaart over het klimaat in Frankrijk.
Een wegenkaart van Europa.
Een kaart over vervuiling in de wereld.
LOKAAL
REGIONAAL
NATIONAAL
CONTINENTAAL
MONDIAAL

Slide 6 - Sleepvraag


Kijk op de kaart van een wijk in Teheran hiernaast
(klik erop om deze te vergroten).
Als je deze kaart bekijkt en daarna een kaart van
heel Teheran, dan ben je aan het:
A
inzoomen
B
uitzoomen

Slide 7 - Quizvraag


Welk schaalniveau wordt hier omschreven?

'Een ander woord voor landelijke schaal'.
A
mondiale schaal
B
regionale schaal
C
nationale schaal
D
continental schaal

Slide 8 - Quizvraag


Kijk op de afbeelding hiernaast.
(klik erop om deze te vergroten).
Waar ligt punt 1?

Op ...
A
noorderbreedte
B
zuiderbreedte
C
oosterlengte
D
westerlengte

Slide 9 - Quizvraag


Kijk op de afbeelding hiernaast.
(klik erop om deze te vergroten).
Hoe heet de breedtecirkel waarop punt 3 ligt?
A
meridiaan
B
lengtecirkel
C
parallel
D
evenaar

Slide 10 - Quizvraag



De nulmeridiaan verdeelt de aarde in een oostelijk en een noordelijk halfrond.
A
GOED
B
FOUT

Slide 11 - Quizvraag



Nederland ligt op noorderbreedte en oosterlengte.
A
GOED
B
FOUT

Slide 12 - Quizvraag



Het noordelijk halfrond is groter dan het zuidelijk halfrond.
A
GOED
B
FOUT

Slide 13 - Quizvraag



Breedtecirkels liggen evenwijdig aan de evenaar.
A
GOED
B
FOUT

Slide 14 - Quizvraag


Kijk op de kaart hiernaast (klik erop om deze te vergroten).
Wat voor soort kaart is dit; een thematische- of een
overzichtskaart? Leg ook uit waarom dat zo is!

Slide 15 - Open vraag



Wat is de beste manier om een voor jou helemaal onbekende plaats in de atlas te vinden?
A
De bladwijzer van de atlas bekijken.
B
In het register kijken.
C
In de inhoudsopgave kijken.
D
In de legenda voor in de atlas kijken.

Slide 16 - Quizvraag



De absolute afstand is de afstand gemeten in reistijd.
A
GOED
B
FOUT

Slide 17 - Quizvraag



De absolute afstanden zijn de afgelopen honderd jaar niet veranderd.
A
GOED
B
FOUT

Slide 18 - Quizvraag


Damiano en Pietro zijn broertjes van elkaar (wonen dus in hetzelfde huis) en gaan naar dezelfde school. Damiano gaat met de fiets naar school, Pietro wordt met de auto gebracht.
Welke zin over Damiano en Pietro is goed?
A
De absolute afstand naar school is voor Damiano groter dan voor Pietro.
B
De absolute afstand naar school is voor Pietro groter dan voor Damiano.
C
De relatieve afstand naar school is voor Damiano groter dan voor Pietro.
D
De relatieve afstand naar school is voor Pietro groter dan voor Damiano.

Slide 19 - Quizvraag


Wat betekent reliëf?

Slide 20 - Open vraag


Welke reliëfvorm past er bij toppen tussen 200 en 500 meter hoog?

A
hooggebergte
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
laagland

Slide 21 - Quizvraag


Twee uitspraken:
I Door files op de weg wordt de relatieve afstand groter.
II De absolute afstand tussen Parijs en Berlijn verandert als je een ander
vervoermiddel kiest.

A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout
C
I is goed en II is fout
D
I is fout en II is goed

Slide 22 - Quizvraag


Kijk op de kaart hiernaast (klik erop om deze te vergroten).
Welk vervoermiddel wordt het vaakst gebruikt om
de afstand tussen Teheran en Dubai af te leggen?
Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Maak de juiste combinaties...wat hoort er bij wat?
Sleep de omschrijvingen (rechts) naar de woorden (links).
Evenaar
Greenwich
Zuidpool
Parallel
meridiaan
lengtegraad
90° Z.B.
breedtecirkel
0° 
nulmeridiaan

Slide 24 - Sleepvraag


Welk woord ontbreekt?
Op een kaart moeten vier onderdelen staan om de kaart leesbaar te maken. Het gaat hier om legenda, schaal, noordpijl en ...

Slide 25 - Open vraag