AR Oefenen voor de toets U1 BK1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

WELCOME

planning

• Herhalen grammatica
• Quiz
• Maken extra werkbladen

Goals

Aan het eind van de les kun je

• kun je de grammatica van Unit 1 toepassen.

Persoonlijk voornaamwoord:
... like school. (ik)

1. i
2. I
3. you
4. we

Vul het goede persoonlijke voornaamwoord in:
Anne loves ____ (Peter)

1. her
2. him
3. his
4. we

Persoonlijk voornaamwoord:
... is from Curacao. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

Vul het goede persoonlijke voornaamwoord in:
Peter loves ____ (Anne)

1. her
2. his
3. you
4. we

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog

1. he
2. it
3. you
4. I

"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
my friends and I

1. I
2. they
3. we
4. you

Kies het juiste persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:

Kevin is in we / our team now.

1. we
2. our

Kies het juiste persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:

Today is it / my birthday.

1. it
2. my

Kies het juiste persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:

Do you know Jenny? She / It is so pretty!

1. she
2. it

Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in: ..... names are Sarah and Lisa.

1. My
2. Their
3. His
4. Hers

Bezittelijk voornaamwoord:
ons / onze

1. us
2. we
3. our
4. hour

Kies het juiste persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:

There are no twins in my / he family.

1. my
2. he

Kies het juiste persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:

My grandma still lives in its / her hometown.

1. its
2. her

TO BE
betekent:

1. hebben
2. zijn
3. worden
4. krijgen

To be: I

1. are
2. am
3. is

To be: They

1. is
2. are
3. am

To be:
We...

1. is
2. am
3. are

Choose the correct form of to be:

I ... tired (to be)

1. is
2. are
3. am
4. have

You _____ (to be)hungry

1. am
2. to be
3. are
4. is

They .... (to be) friends

1. to be
2. are
3. is

It ....... (to be) raining.

1. am
2. are
3. is

(to be)
Where ........................ I?

1. am
2. are
3. is