omtrek oppervlakte

een rechthoek heeft een breedte van 3 cm en een lengte van 7 cm.
de oppervlakte is
A
21 cm²
B
21 cm
C
20 cm
D
20 cm²
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

een rechthoek heeft een breedte van 3 cm en een lengte van 7 cm.
de oppervlakte is
A
21 cm²
B
21 cm
C
20 cm
D
20 cm²

Slide 1 - Quizvraag

hoe bereken jij de omtrek van een cirkel?
A
diameter x straal
B
diameter x 3,14
C
straal x 3,14
D
straal x straal x 3,14

Slide 2 - Quizvraag

Omtrek cirkel =
A
straalstraalπ
B
lengteπ
C
diameterπ
D
straalππ

Slide 3 - Quizvraag

Hoe bereken je het oppervlak van een cirkel?
A
Phi x straal x straal
B
Phi x diameter x diameter
C
Straal x straal
D
Diameter x diameter

Slide 4 - Quizvraag

een cirkel heeft een straal van 4 m.
Hoe groot is de omtrek?
A
12,6 cm
B
25,1 cm²
C
12,6 cm²
D
25,1 cm

Slide 5 - Quizvraag

een cirkeltje heeft een straal van 2 cm.
Hoe groot is de oppervlakte?
A
6,3 cm
B
12,6 cm
C
12,6 cm²
D
6,3 cm²

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm heeft het grondvlak?
A
cilinder
B
kegel
C
cirkel
D
rechthoek

Slide 7 - Quizvraag

Welke twee gegevens heb je nodig om de inhoud van een cilinder te berekenen?
A
omtrek en lengte
B
pi en straal
C
oppervlakte grondvlak en hoogte
D
oppervlakte grondvlak en omtrek

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de formule van de inhoud van een cilinder?
A
oppervlakte grondvlak x hoogte
B
oppervlakte grondvlak x lengte
C
straalxstraalxpixlengte
D
straalxstraalxbreedte

Slide 9 - Quizvraag

hoeveel is de inhoud van een cilinder:
diameter is 6 cm
de hoogte is 9 cm
A
1018 cm³
B
254,5 cm³
C
543,8 cm³
D
54, 4 cm ³

Slide 10 - Quizvraag