Les 2 - C7 Spelling §9 Sterke en zwakke werkwoorden

WELKOM

Pak  je Nieuw Nederlands, je schrift en je pen.
timer
3:00
WELKOM
Pak je Nieuw Nederlands, je schrift en je pen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM

Pak  je Nieuw Nederlands, je schrift en je pen.
timer
3:00
WELKOM
Pak je Nieuw Nederlands, je schrift en je pen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en Zwakke Werkwoorden: Ontdek Het Verschil!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden uitleggen en toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Wat weet je van een werkwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoord
  • De artiesten hebben een luid applaus gekregen.
  • Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. 
  • Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen.
  • Denk aan: Ik, Hij, Wij rijtjes (Ik denk, Hij denkt, Wij denken)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke Werkwoorden
Veranderen van klank in de verleden tijd, bijvoorbeeld: lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke Werkwoorden
Veranderen niet van klank in de verleden tijd, bijvoorbeeld: hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen: sterk of zwak?

  • Schrijf twee zinnen met een sterk werkwoord
  • Schrijf twee zinnen met een zwak werkwoord
  • fietsen
  • worden
  • zingen
  • spelen
  • klappen
  • lopen
  • kijken
  • reizen
  • ruziën
  • lezen




timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzinnen Bespreken
Bespreek en analyseer de zinnen die de leerlingen hebben gemaakt, let op het gebruik van juiste werkwoordsvormen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende Opmerkingen
Herhaal het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden en benadruk het belang van het gebruik van een woordenboek bij twijfel.
Kan in  de vt veranderen van klank
Kan niet van klank veranderen van klank
Sterk ww
Zwak ww

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken:
Opdr. 1 en 2
(p. 226-227)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.