1M 15-10 avoir + lire

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:
  • Contrôle voca E
  • Het werkwoord 'avoir': uitleg en exercices
  • Lire: "Les photos de vacances." et exercices
Le but: à la fin de ce cours:

  • Ik ken voca E
  • Ik begrijp het werkwoord 'avoir' en kan het toepassen
  • Ik begrijp een tijdschriftartikel over ......
  • Ik ken woorden die te maken hebben met 

Slide 3 - Tekstslide

Contrôle voca E

Slide 4 - Tekstslide

Avoir

Slide 5 - Tekstslide

Répétez

Slide 6 - Tekstslide

JEU DE DÉS
Travaille avec ton voisin.


QU'ECT-CE QUE TU VAS FAIRE? 
1) Gooi om de beurt met de dobbelsteen.
2) Zeg de werkwoordsvorm van avoir die hoort bij het aantal ogen.
3) Ga door tot jullie allebei alle vormen van avoir hebben gehad.

ATTENTION:
1. Je
2. Tu
3. Il/elle/on
4. Nous
5. Vous
6. Ils/elles

Slide 7 - Tekstslide

Exercices
Exercice 31c à la page 49
Souligne les quatres formes d'avoir

Exercice 31d
Choisis le bon verbe 

Slide 8 - Tekstslide

Exercices pour à la maison
Fais toi-même

Exercice 31e, 31f, 31g à la page 50



Slide 9 - Tekstslide

Lire

Slide 10 - Tekstslide

Tu connais la France? 
1. la Tour Eiffel
2. le musée du Louvre
3. le Mont-Blanc
4. le Mont Saint-Michel
5. la Côte d'Azur
6. le Pont du Gard
A. Klein eiland met een abdij in een baai in Normandie
B. Frans vakantiegebied aan de Middellandse Zee
C. Eén van de meest bezochte musea ter wereld
D. De hoogste top van de Alpen
E. Romeins aquadauct (nu een brug)
F. Hét symbool van Parijs

Slide 11 - Tekstslide

Le Louvre
Mont Blanc
La tour Eiffel
Le Mont Saint-Michel
Le Pont du Gard
la Côte d'Azur

Slide 12 - Tekstslide

Lire

Slide 13 - Tekstslide

Exercice 
Prends ton livre à la page 42.

Exercice 23a 
Regarde le texte et lis le texte globalement. 
Remplis le tableau.

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs-les réponses

Slide 15 - Tekstslide

Exercice 
Exercice 24a

Lis le texte "Les photos de vacances" globalement.
Choisis.

Exercice 24b : Lis le texte en entier. Écris le bon nom:Sarah, Ronan, Fabio ou Camille

Slide 16 - Tekstslide

Les devoirs-les réponses

Slide 17 - Tekstslide

Exercice 
Exercice 24c & d

Écris trois phrases (zinnen) sur (over) Sandra en néerlandais. 

Slide 18 - Tekstslide

Les devoirs-les réponses

Slide 19 - Tekstslide

Exercice 
Fais toi-même:

Exercice 25a, 25b /26a, 26b



Slide 20 - Tekstslide

Pratiquer voca F

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Volgende les:
woensdag 27 oktober: 

Apprends voca F-les mots
Fais exercice 31e,f,g





Slide 23 - Tekstslide