Je kent al driehoeken en vierhoeken. Een driehoek heeft drie hoeken. Een vierhoek heeft vier hoeken.
Op dezelfde manier kunnen we ook een vijfhoek maken. Die heeft vijf hoeken. En een zeshoek heeft zes hoeken. Al deze figuren samen noemen we veelhoeken.
Veelhoeken kunnen regelmatig zijn:
Dan zijn alle zijden even lang. En alle hoeken zijn even groot.
Je ziet hier een rode driehoek, een geel vierkant, een lila vijfhoek, een groene zeshoek, een blauwe achthoek en een oranje tienhoek – allemaal regelmatig.