H5wisA 10.1AB Betrouwbaarheidsintervallen voor populatiegemiddelden

10-1 Betrouwbaarheidsintervallen voor populatiegemiddelden
Herhaling populatieproportie, steekproefproportie en betrouwbaarheidsinterval

Een schatting geven van het populatiegemiddelde aan de hand van een steekproefresultaat.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10-1 Betrouwbaarheidsintervallen voor populatiegemiddelden
Herhaling populatieproportie, steekproefproportie en betrouwbaarheidsinterval

Een schatting geven van het populatiegemiddelde aan de hand van een steekproefresultaat.

Slide 1 - Tekstslide

Populatieproportie
Hierbij gaat het bijvoorbeeld als je wil weten welk deel (=proportie) van de Nederlanders een slaapprobleem heeft 
Voorbeeld: van de 16, 7 miljoen mensen hebben er 4 miljoen een slaapprobleem. De populatieproportie is dan

167000004000000=0,2395...

Slide 2 - Tekstslide

Maar....
Het is niet mogelijk om alle Nederlanders te ondervragen of ze een slaapprobleem hebben....

Dus ga je een steekproef doen (die natuurlijk representatief moet zijn)............

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer is een steekproef representatief?
A
Als de steekproef netjes is
B
Als de steekproef aselect en voldoende groot is
C
Als de steekproef door een expert wordt uitgevoerd
D
Als de steekproefproportie meer dan 50% is

Slide 4 - Quizvraag

Steekproefproportie
Je een onderzoekt een deel van de Nederlanders en vraagt of ze een slaapprobleem hebben.
Van de 1000 ondervraagde Nederlanders in jouw steekproef geven er 248 aan een slaapprobleem te hebben. De steekproefproportie is dan



Slide 5 - Tekstslide

Dus,
24,9 % van de Nederlanders in jouw steekproef geven aan dat ze een slaapprobleem hebben. 
Als de steekproef representatief is kan dit ook een schatting zijn van het percentage van alle Nederlanders met een slaapprobleem.

Slide 6 - Tekstslide

95% Betrouwbaarheidsinterval
Voor de populatie kunnen we een betrouwbaarheidsinterval uitrekenen. 
In het formuleblad op het examen staat:



Ook al staat hier geen 'p dakje' de p is de gevonden steekproefproportie

Slide 7 - Tekstslide

Wat zegt een 95% betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde?
Het 95% betrouwbaarheidsinterval zegt iets over hoe ver het werkelijk populatiegemiddelde van het steekproefgemiddelde vandaan kan liggen met een zekerheid van 95%
Het populatiegemiddelde ligt met 95% zekerheid tussen de gevonden grenzen van dit 95% betrouwbaarheidsinterval.

Slide 8 - Tekstslide

Betrouwbaarheidsinterval 
van een POPULATIEGEMIDDELDE

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen
Populatiegemiddelde  
In Nederland zitten leerlingen van 4 havo gemiddeld  ..... minuten  per dag aan hun huiswerk.

Steekproefgemiddelde     ̅X: 
In een steekproef van 1000 leerlingen uit 4 havo zitten leerlingen gemiddeld 64 minuten per dag aan hun huiswerk
μ

Slide 10 - Tekstslide

Berekening populatiegemiddelde: je berekent hier altijd een betrouwbaarheidsinterval
Voor de berekening van het 95% of 68% betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde krijg je de volgende gegevens:
Steekproefgemiddelde, steekproefomgang,  en de steekproefstandaardafwijking S

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaat vaak mis bij het berekenen van het betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide