7. oefenopgaven tijdvak 7 voortgangstoets

Oefenopgaven TIJDVAK 7 - voortgangstoets geschiedenis
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenis (pabo)HBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenopgaven TIJDVAK 7 - voortgangstoets geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

1. Het zevende tijdvak draagt de titel
‘tijd van …. en .…’.
Type de juiste begrippen in (zonder woordje 'en').

Slide 2 - Open vraag


2. Bekijk het pictogram van het tijdvak.

De witte tekening stelt een ...
A
wetenschappelijke experiment voor.
B
koninklijke troon voor.
C
guillotine om mensen te onthoofden voor.
D
meetinstrument om te navigeren voor.

Slide 3 - Quizvraag


3. Over welke eeuw gaat dit tijdvak?
A
19e eeuw
B
17e eeuw
C
16e eeuw
D
18e eeuw

Slide 4 - Quizvraag

4. Naast de tijdvakken bestaat er ook een traditionele indeling van de geschiedenis.

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Late Middeleeuwen
B
Nieuwe geschiedenis
C
Nieuwste geschiedenis
D
Vroege Middeleeuwen

Slide 5 - Quizvraag


5. Bij welke begrip uit de tijdvaknaam hoort deze afbeelding?
Buitenplaats aan de Vecht
A
pruiken
B
revoluties

Slide 6 - Quizvraag


6. Welke van onderstaande idealen
hoort NIET bij de Verlichting?
A
meer invloed van burgers op het bestuur
B
de christelijke Bijbel staat boven de grondwet
C
alle mensen zijn gelijk aan elkaar
D
wetenschappelijke kennis brengt vooruitgang

Slide 7 - Quizvraag

7. Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:

absolute macht - uitvoerende macht –
wetgevende macht - rechtgevende macht
A
absolute macht
B
uitvoerende macht
C
wetgevende macht
D
rechtgevende macht

Slide 8 - Quizvraag

8. In dit tijdvak kwam de economische bloei van de Republiek ten einde. Voor wie had de economische teruggang weinig gevolgen?
A
patriotten
B
ambachtslieden
C
boeren
D
regenten

Slide 9 - Quizvraag

9. Sleep naar het juiste vak.
Franse Revolutie
Patriottenbeweging
corrupte stadhouder & regenten
Bataafse Republiek
Nationale Vergadering
schutterijen
gijzeling Wilhelmina van Pruisen
corrupte adel & koning
1789
derde stand
Bastille

Slide 10 - Sleepvraag

10. Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:

Bataafse Republiek - stadhouder -
Nationale Vergadering - grondwet
A
Bataafse Republiek
B
stadhouder
C
Nationale Vergadering
D
grondwet

Slide 11 - Quizvraag

11. Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van pruiken en revoluties? Sleep deze naar het rode vlak.
NIET
I -Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
II - De opkomst van emancipatiebewegingen.
III - Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven: verlicht absolutisme.
V - De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
IV - Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slaven-handel, en de opkomst van het abolitionisme.

Slide 12 - Sleepvraag

12. Welke canonvensters (6x) horen bij dit tijdvak? Sleep deze naar het tijdvakicoon.
De VOC
De patriotten
Slavernij
Eise Eisinga
De grondwet
Sara Burgerhart
Napoleon Bonaparte
Max Havelaar

Slide 13 - Sleepvraag

13. Welk historisch persoon hoort bij welke beschrijving?
Betekenis
Begrip
amateur astroloog
eerste president van een republiek
familielid van een Duitse koning
filosoof die de machten wilde scheiden
filosoof en pedagoog
koning van Frankrijk tijdens de Franse Revolutie
stadhouder
George Washington
Eise Eisinga
Motesquieu
Rousseau
Lodewijk XVI
Wilhelmina van Pruisen
Willem V

Slide 14 - Sleepvraag

14. Is de uitspraak juist of onjuist?

'De Verlichtingsideeën en het denken over de 'Rechten van de Mens' waren bronnen van inspiratie voor de abolitionisten.'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

15. Is de uitspraak juist of onjuist?

'Nederland was het eerste land dat de slavenhandel afschafte.'
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag