Beeldtaal

Beeldtaal
Nederlands - J. Leidelmeijer
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Beeldtaal
Nederlands - J. Leidelmeijer

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Ik kan uitleggen wat beeldtaal is.
-Ik kan de voordelen noemen van beeldtaal.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij beeldtaal?

Slide 3 - Woordweb

Beeldtaal
-Vorm van taal.
-Beeld zonder woorden/beeld met weinig woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Noem voorbeelden van beeldtaal.

Slide 5 - Woordweb

Voorbeelden van beeldtaal
-Pictogrammen (verkeersborden, nooduitgang, etc.).
-Gebarentaal.
-Tabellen.
-Infographic. 

-Kun jij je naam 'zeggen' in gebarentaal?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent dit verkeersbord?
A
Eenrichtingsverkeer.
B
Rotonde.
C
Verboden rond te rijden.
D
Verboden af te slaan.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram?
A
Nooduitgang.
B
Personenlift.
C
Verzamelplaats.
D
Foto-locatie.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram?
A
Pas op, spinnen!
B
Spinnenverbod.
C
Angst!
D
Spinneninleverlocatie.

Slide 10 - Quizvraag

Waarom gebruiken we beeldtaal?

Slide 11 - Woordweb

Waarom beeldtaal
-Snel informatie doorgeven.
-Universeel (iedereen begrijpt het).
-Analfabeten kunnen het ook begrijpen.

Slide 12 - Tekstslide

Onderscheid beeldtaal:
Functioneel beeld:
Het beeld brengt zelf een boodschap over.
Illustratief beeld:
Het beeld brengt zelf geen boodschap over maar is een aanvulling op de tekst.
Schema's en tabellen:
Snelle en overzichtelijke informatie

Slide 13 - Tekstslide

Een verkeersbord is
A
Illustratief beeld
B
Functioneel beeld
C
Schema/tabel

Slide 14 - Quizvraag

Een foto bij een voetbalverslag in de krant is
A
Illustratief beeld
B
Functioneel beeld
C
Schema/getal

Slide 15 - Quizvraag