H8.5 Oppervlaktematen omrekenen

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 58 (H8.5) voor je open.
🔲 Laat je ipad maar in je tas zitten.

DEZE LES:
§8.5 Oppervlaktematen omrekenen.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

    Welkom
💼 Pak je boek, schrift en schrijfspullen.
📖 Leg bladzijde 58 (H8.5) voor je open.
🔲 Laat je ipad maar in je tas zitten.

DEZE LES:
§8.5 Oppervlaktematen omrekenen.

Slide 1 - Tekstslide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
nakijken 
H8.4 opd. 27 t/m 32 
Hoe rekenen je oppervlakte maten om?
opd. 36 maken we samen
aan de slag 
Neem je tijd, rustig aan, voorkom slordigheidsfouten.
huiswerk
voorkennis 
Metriekstelsel
§8.5 afmaken.

Slide 2 - Tekstslide

        Nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Wat leer je in deze paragraaf?

Ik kan oppervlaktematen omrekenen naar een andere eenheid.

Ik weet wat grootheden en eenheden zijn.


        leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Stapgrootte
.



        Voorkennis
Grootheid en eenheid
Grootheid:
Iets dat je kan meten
Eenheid:
Waar je het in meet
Gewicht
Kilogram, gram, ons, pond
Lengte
Km, Hm, Dam, m, dm, cm, mm
Oppervlakte
Inhoud
Liter, m3
Tijd
Snelheid

Slide 5 - Tekstslide

-Man 1,80     vrouw 1,70
-lopen 5 km/u
-fietsen 18 km/u
-stapgrootte 75cm
-hoogte verdieping 3m
-deur 2m hoog
-inwoners NL 17.500.000
-voetbalveld halve hectare             (50m bij 100m)
- Een auto is gem. 4m lang.
- afstand over weg  is:
  1,2 x afstand hemelsbreed

uitleg 
Oppervlakte maten omrekenen
Bij het omrekenen van oppervlakte maten maken we gebruik van het schema hiernaast

Van groot naar klein:  x 100

Van klein naar groot:  : 100
Pak je ipad erbij

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein
km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 8 - Sleepvraag

Omtrek
Oppervlakte
cm
meter
hectare

Slide 9 - Sleepvraag

Bereken de oppervlakte van de figuur hiernaast
A
4 x 10 = 40 cm²
B
4 + 2 = 6 cm²
C
4 + 10 + 4 + 10 = 28 cm
D
4 + 10 x 2 = 24 cm

Slide 10 - Quizvraag

2 m en 5 cm = ........... dm
A
2,5 dm
B
205 dm
C
20,5 dm
D
25 dm

Slide 11 - Quizvraag

Stapgrootte
.



blz. 59 opd. 37
Samen oefenen 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Zelfstandig werken
timer
5:00
Maak  opd. 34, 36, 38 en 40

Klaar? 
Maak opd. o36b, o39 en u7
Werk zelfstandig zonder overleg of vragen.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk 
Werk fluisterend binnen je tafelrij


Huiswerk:
Maak opd. 34, 36, 38, 40 en o36b (blz. 64/61)

Klaar?
Mk: opd. 039 en u8

Slide 14 - Tekstslide