Ch. 0 - On y va

Bienvenue!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Je me présente.....
                                         
Je m'appelle Madame Razik

Slide 2 - Tekstslide

Présence
tout le monde est présent?

Slide 3 - Tekstslide

 belangrijk
1 Op tijd
2 Spullen bij je
3 Telefoon weg (telefoontas)
4 Huiswerk doen & leren
5 Luisteren
6 Meedoen

Slide 4 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Kun je Franse opdrachtinstructies begrijpen
  • Ken je woorden die te maken hebben met schoolspullen en
  • Kun je klassenFrans gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Comment tu t'appelles?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4 + 5
pagina 12

Slide 7 - Tekstslide

Tu te rappelles?
- Les jours de la semaine
- les fournitures scolaires
- les nombres t/m 100
- bijvoeglijk naamwoord: il est petit / elle est petite
on va tester vos connaissances!

Slide 8 - Tekstslide

aujourd'hui c'est.....
A
lundi
B
mardi
C
mercredi
D
jeudi

Slide 9 - Quizvraag

le premier jour de la semaine est....
A
vendredi
B
samedi
C
dimanche
D
lundi

Slide 10 - Quizvraag

le dernier jour de la semaine est....
A
jeudi
B
dimanche
C
vendredi
D
mardi

Slide 11 - Quizvraag


A
un portable
B
une trousse
C
un cahier
D
un stylo

Slide 12 - Quizvraag


A
un portable
B
une trousse
C
un cahier
D
un cartable

Slide 13 - Quizvraag


A
une trousse
B
un crayon
C
un sac à dos
D
un ordinateur

Slide 14 - Quizvraag

mag ik naar het toilet?

Slide 15 - Open vraag

ik weet het niet

Slide 16 - Open vraag

kunt u mij helpen?

Slide 17 - Open vraag

tu es en retard
A
jij bent een gek
B
hij is te laat
C
jij hebt een toets
D
jij bent te laat

Slide 18 - Quizvraag

on a des devoirs?
A
wanneer is de toets?
B
heeft u de cijfers?
C
hebben we huiswerk?
D
Heeft u een pen voor mij?

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht 6 - p.13
Tu as visité Paris? - Oui, j'ai visité Paris

il est petit - elles est petite
ils sonts petits - elles sont petites

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 9 - les verbes en -er
je                   stam + e
tu                  stam +  es                                    Stam = hele werkwoord min -er
il/elle/on    stam + e
nous            stam + ons
vous             stam + ez
ils/elles       stam + ent

Slide 21 - Tekstslide

danser
je                   danse
tu                  danses
il/elle/on    danse
nous            dansons
vous            dansez
ils/elles     dansent

Slide 22 - Tekstslide