01-12 present continuous & vormen van to-be

timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Elke woensdag: eerste 10 min leestijd.
Today's lesson
  • Homework check
  • Grammar explanation
  • Individual work 
  • Homework: tomorrow

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: 
Vorm van to-be

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van to be zijn er?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

AM
ARE
IS
I (ik)
You (jij)
He (hij)
It (het)
They (zij) 
You (jullie)
She (zij)
We (wij)

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar:
Present continuous

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Present continuous
When do you use it?
NOW 
For future events



VB: I am writing in my notebook right now.
VB: My sister is taking the bus at 2 this          
       afternoon.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Present continuous
When do you use it?
NOW 
For future events


How do you use the present continuous?

           Vorm van TO BE (am/ are/ is) + werkwoord -ing
VB: I am writing in my notebook right now
VB: My sister is taking the bus at 2 this          
       afternoon.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Exceptions (uitzonderingen)
How do you use the present continuous?
           Vorm van TO BE (am/ are/ is) + werkwoord -ing
Je plakt bijna altijd ''ing'' gelijk achter het werkwoord. Wanneer niet?
WRITE         
SIT


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Exceptions (uitzonderingen)
How do you use the present continuous?
           Vorm van TO BE (am/ are/ is) + werkwoord -ing
Je plakt bijna altijd ''ing'' gelijk achter het werkwoord. Wanneer niet?
WRITE                 writING
SIT                        sitTING


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Making sentences
Bevestigende zin (+)
My mother is buying groceries right now.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Making sentences
Bevestigende zin (+)
My mother is buying groceries right now.

Ontkennende zin (-)
My mother is NOT buying groceries right now.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

May/ might be
Making sentences
Bevestigende zin (+)
My mother is buying groceries right now.

Ontkennende zin (-)
My mother is NOT buying groceries right now.

Vragende zin (?)
IS my mother buying groceries right now?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 1 zin in de present continuous

(Gebruik vb: cook / walk / read / sing / listen / drive / cycle) 

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Individual work
Ga naar Learnbeat 3.2 
  • Lees de tekst bij onderdeel C & maak opdr. 2 t/m 5
  • Onderdeel D: opdracht 1 & 2

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies