Woordenboekgebruik

Woordenboekgebruik

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenboekgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik jij een (online) woordenboek?

Slide 2 - Open vraag

Wist je dat...
  • er 5000 verschillende woordenboeken in Nederland zijn
  • er in het Woordenboek der Nederlandse Taal 400.000 trefwoordenwoorden staan?
  • er wereldwijd ongeveer 24 miljoen mensen Nederlands spreken?

Slide 3 - Tekstslide

Woordenboek
Vaak gebruiken we een woordenboek om de betekenis van woorden op te zoeken.

Maar in een woordenboek kan je nog meer informatie opzoeken.

Slide 4 - Tekstslide

Welke informatie kan je nog meer vinden in een woordenboek?

Slide 5 - Open vraag

gebruik van het woordenboek
  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zijn de woorden in een woordenboek vaak geordend?

Slide 7 - Open vraag

Er bestaan ook woordenboeken waarin je woorden op rijm kunt vinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Er bestaan ook woordenboeken waarin je woorden per categorie kunt vinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Er bestaan ook woordenboeken waarin je woorden kunt vinden waarvan het einde van het woord op alfabetische volgorde staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Anagrammen
Een anagram is een woord met een betekenis. Maar je kunt de letters van dat woord door elkaar husselen en dan krijg je een ander woord. Voorbeeld:

spreektaal-kaartspel
water-tarwe
schoen-schone

Slide 11 - Tekstslide

Welk juweel kan je vormen met alle letters van "bolero"?

Slide 12 - Open vraag

Welk beroep kan je vormen met alle letters van "wekker"?

Slide 13 - Open vraag

Welk (schelp)dier kan je vormen met alle letters van "stereo"?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

Reflectie
Weet je nog welke verschillende dingen je op kunt zoeken in een woordenboek?

Slide 16 - Tekstslide

De volgende les:
  • woordenschat hoofdstuk 6 bespreken
  • heb je alle weekdoelen gehaald?

Slide 17 - Tekstslide