2VWO §2.5 Land zonder echt grote stad

§2.5 Land zonder echt grote stad
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§2.5 Land zonder echt grote stad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet waar de belangrijkste steden en stedelijke gebieden in Nederland liggen
  • Je begrijpt het verband tussen de stad en haar verzorgingsgebied
  • Je kunt ontwikkeling van stad tot stedelijk gebied uitleggen 
  • Je weet waar de belangrijkste steden en stedelijke gebieden in Nederland liggen (les 1)
  • Je kunt ontwikkeling van stad tot stedelijk gebied uitleggen (les 1)
  • Je begrijpt het verband tussen de stad en haar verzorgingsgebied (les 2)
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatie
De belangrijkste steden en stedelijke gebieden in Nederland. Belangrijk is de Randstad met daarin Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam. En Brabantstad met daarin Eindhoven. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf wat er in je leerboek staat over de vier grote steden

Slide 4 - Woordweb

Vanaf 1880 ontstond er werkloosheid op het platteland door de introductie van landbouwwerktuigen. Bijvoorbeeld een ploeg met een paard. De tractor was er nog niet. Op het platteland voelde het vaak uitzichtloos. De landarbeiders trokken daarom naar de stad, op zoek naar werk en inkomen. De stad bood meer perspectief
Rond 1880 trekken mensen naar de stad? (urbanisatie)

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom naar de stad?

Slide 6 - Woordweb

Vanaf 1880 ontstond er werkloosheid op het platteland door de introductie van landbouwwerktuigen. Bijvoorbeeld een ploeg met een paard. De tractor was er nog niet. Op het platteland voelde het vaak uitzichtloos. De landarbeiders trokken daarom naar de stad, op zoek naar werk en inkomen. De stad bood meer perspectief

Slide 7 - Tekstslide

Vanaf 1900 groeien de steden heel erg snel. Daarbij worden dorpen 'ingelijfd'. De stad wordt een agglomeratie.

Slide 8 - Tekstslide

Na de snelle groei van steden gaan mensen vanaf 1960 weer de stad uit. Dit heet suburbanisatie.  Mensen gaan dan in kleinere plaatsen in de omgeving wonen. Zij blijven echter wel verbonden met de centrale stad omdat ze daar werken en gebruikmaken van de voorzieningen. De agglomeratie wordt een stadsgewest.
Oorzaken suburbanisatie?

Slide 9 - Open vraag

Redenen zijn te vol, te duur en te kleine huizen soms zonder tuin. En als je een auto hebt kun je toch ook buiten de stad wonen! 
Het Groene Hart
Al heel lang is er discussie (o.a. tussen overheden) om in het Groene Hart meer woningen te bouwen. Waarom 'leeft' deze discussie? En wat heeft de ligging van het Groene Hart ermee te maken?

Slide 10 - Tekstslide

Stedelijke gebieden hebben de neiging om naar elkaar toe te groeien. Dat bedreigt het zogenaamde Groene Hart van de Randstad.
Wonen in het Groene Hart...

Slide 11 - Woordweb

Het Groene Hart zou voor heel veel mensen een superhandige plek zijn om te wonen. Het ligt vlak bij de grote steden. Je woont in het groen en je werkt in de stad die vlakbij ligt.
(zelf)evaluatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je de kernbegrippen uit je hoofd?(rode slides)
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik geef mijn kennis over dit onderwerp een
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik jij weleens
een planning of een agenda?
Test je kennis!
Test je kennis!
Test je kennis!
A
Ja
B
Nee
C
Ik schrijf mijn plannen ergens anders op
D
Het lukt me alles te onthouden!

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een prioriteit
Test je kennis!
A
Een rare tijd in het verleden
B
Iets wat voorrang heeft
C
Iets wat NU moet gebeuren
D
Iets wat totaal geen haast heeft

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennis is macht.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ZELFSTANDIG WERKEN
GEBRUIKSAANWIJZING
Stap 1: Kies eerst de route
Stap 2: Kies dan de eerste opdracht
§2.3: werkboek digitaal, route C

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies