QUIZ skills p1

QUIZ skills p1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

QUIZ skills p1

Slide 1 - Tekstslide

wat is de normaalwaarde van bloeddruk?
A
120/80 mmHg
B
120/200 mmHg
C
60/120 mmHg
D
40/70 mmHg

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de bloeddruk?
A
Druk die het bloed uitoefent in een haarvat
B
Druk van bloed op wanden van slagaders
C
Druk van bloed op alleen de linkerkamer
D
Bloed dat heel veel energie heeft

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
36
B
37
C
38
D
39

Slide 4 - Quizvraag

Bij koorts is de lichaamstemperatuur...
A
40 graden of hoger
B
38 graden of hoger
C
38 graden of lager
D
bij 37 graden of hoger

Slide 5 - Quizvraag

actieve tillift
A
wanneer iemand nog wel zelf iets kan maar niet veel.
B
wanneer iemand meer beweging nodig heeft.
C
wanneer iemand zijn arm niet meer kan bewegen.
D
wanneer iemand gaat sporten.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de passieve tillift?
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een positieve vochtbalans?
A
Er komt meer vocht het lichaam binnen dan er uit gaat.
B
Er gaat meer vocht het lichaam uit dan er in komt.

Slide 8 - Quizvraag

Bij persoonlijke verzorging leer je
A
Hoe je jezelf moet verzorgen
B
Hoe anderen zichzelf moeten verzorgen
C
Hoe jij anderen moet verzorgen
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Hoe werk je hygienisch
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te doen
D
Door alles wat hier voor genoemd is

Slide 10 - Quizvraag


De bejaarde dame heeft incontinentieproblemen

Wat betekent "incontinentie"?
A
moeite met oriënteren
B
moeite met spreken
C
moeite met slikken
D
moeite met ontlasting op te houden

Slide 11 - Quizvraag

Lange nagels met nagellak of kunstnagels zijn toegestaan in de (patienten)zorg
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Als je een cliënt op bed wast, kun je de techniek van ‘verzorgend wassen’ toepassen.

Wat houdt die techniek in?
A
Het gebruik van zo min mogelijk zeep.
B
Het gebruik van zo min mogelijk water.
C
Het gebruik van wasdoekjes met zeep die snel verdampt.
D
Het gebruik van wasdoekjes met huidvriendelijke lotion.

Slide 13 - Quizvraag

Je kunt de haren van iemand op bed wassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een transfer?
A
het verplaatsen van een zorgvrager in en uit bed
B
Het overplaatsen naar een andere afdeling
C
Het helpen van een zorgvrager met de algemeen dagelijkse zorg
D
het verplaatsen van een zorgvrager in en uit een rolstoel

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het doel van een glijzeil?
A
Iemand opzij draaien in bed
B
Iemand hogerop helpen in bed
C
Iemand uit bed begeleiden
D
voorkomen van onderuit zakken

Slide 16 - Quizvraag