Woordenschat H1 les 2

Vandaag...


- Herkansers maken de herkansingstoets werkwoordspelling (20 min.)
Rest:
- Nakijken opdracht 1 en 2 (antwoorden in deze LessonUp)
- M. opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23
- Klaar? Pak je leesboek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag...


- Herkansers maken de herkansingstoets werkwoordspelling (20 min.)
Rest:
- Nakijken opdracht 1 en 2 (antwoorden in deze LessonUp)
- M. opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23
- Klaar? Pak je leesboek

Slide 1 - Tekstslide




Opdracht 1 (1, 2 en 3:)


1 markeert                       geeft duidelijk aan – omschrijving

2 beraamt                        plant – synoniem; maakt een plan – omschrijving

3 terrorisme                     1 het stelselmatig inboezemen van angst door gewelddaden

                                      2 het systematisch plegen van gewelddaden, zoals aanslagen, om de bevolking te demoraliseren – definitie

4 stelselmatig                   systematisch – synoniem

5 gewelddaden                  acties die met veel geweld en doden gepaard gaan, zoals aanslagen etc. – voorbeeld; woorddelen

6 collectieve                      niet individuele – tegenstelling

7 demoraliseren                alle hoop en moed ontnemen – omschrijving

8 radicale                         totale; uiterste; extremistische – synoniemen

9 vermeende                    niet werkelijke – tegenstelling

10 opponenten                  vijanden; tegenstanders – synoniemen

11 regime                        (schrik)bewind – synoniem

12 geëxecuteerd               gedood; terechtgesteld – afbeelding

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken





Opdracht 2
Gegeven: 2, 4, 7, 9, 14, 15, 17, 18, 21, 22, 23, 24 
1 prestige respect; gezag – synoniem
2 front j – voorste gevechtslinie; slagveld
3 vooringenomen van tevoren een bepaald gevoel (meestal antipathie) tegenover iets of iemand hebben; bevooroordeeld; partijdig – omschrijving, synoniem
 4 agressie b – geweld; gewelddadigheid
5 ooggetuigenverslag weergave van wat iemand direct heeft waargenomen – omschrijving; woorddelen
6 offensief aanval – tegenstelling
7 logistieke k – wat de organisatie van transport betreft
8 gedwarsboomd gehinderd – synoniem
9 guerrilla f – ongeregelde oorlog van groepen strijders tegen indringers of tegen het staatsgezag
10 fysieke lichamelijke – tegenstelling
 11 onontbeerlijk onmisbaar – synoniem
12 artillerie geschut; grote oorlogswapens waarmee geschoten wordt – afbeelding

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken





Opdracht 2 (vervolg)
13 vergelding wraak; straf – voorbeelden
14 onderschrijft d – is het eens met
15 infanterie e – legeronderdeel van te voet strijdende soldaten
16 divisie legeronderdeel – synoniem
17 strategie c – groots opgezet plan voor het voeren van een oorlog; strijdplan
18 fingeren i – verzinnen
19 eenzijdig van één kant – woorddelen
20 krijgsmacht leger – synoniem
21 propaganda a – activiteiten om via film, media etc. aanhang te winnen voor politieke ideeën, vaak in verband met een oorlog
22 defensief g – verdedigende houding
23 eufemisme h – verzachtende uitdrukking waarbij iets als minder erg wordt voorgesteld dan het is
 24 tactisch l – wat goed in gevechtsplannen past; handig
25 capitulatie overgave – synoniem

Slide 4 - Tekstslide

Extra opdracht



Bespreken extra opdracht

Ik lees enkele teksten voor. Aan jullie de taak om de moeilijke 10 woorden eruit te halen en noteer of ze correct zijn gebruikt.

Na elke tekst wijs ik iemand aan die de woorden opnoemt en of ze goed zijn gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg


Wat zijn uitdrukkingen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Maken




Opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23

Slide 8 - Tekstslide

Evaluatieopdracht: 
Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

timer
2:00

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatieopdracht: Kies minimaal één van onderstaande opdrachten:
- Schrijf een nieuw ding op dat je geleerd hebt.
- Schrijf een ding op waar je beter in bent geworden.
- Schrijf een ding op waarbij je een ander hebt geholpen.
timer
2:00

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk
Maak opdracht 3 en 4, blz. 22 en 23



Slide 11 - Tekstslide