d. tentenmaker
e. bijzondere gave van ongetrouwd zijn, zodat hij het evangelie kan verkondigen
f. Romeinen, 1,2 Korinte, Galaten, Efeze, Filippenzen, Kolossenzen, 1,2 Tessalonicenzen, 1, 2 Timoteüs, Titus, Filemon
g. gevangenschap, lijfstraffen, doodsgevaar, geseling, steniging, schipbreuk, gevaren, honger/dorst, gemeenten