In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vorming
2.1 Socialisatie
Slide 1 - Tekstslide
Centraal: Hoe word ik gevormd?
Waarom ben ik wie ik ben?
Hoe ben ik zo geworden?
Dus: Wat heeft mij gevormd?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Socialisatie
Definitie: Het proces van overdracht en verwerving van een cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Proces bestaat uit:
Opvoeding
Opleiding
Omgang met anderen
Slide 4 - Tekstslide
Wie hebben jou gevormd?
Slide 5 - Woordweb
Overdracht van cultuur
De cultuur (kennis, vaardigheden, opvattingen & houdingen) wordt overgebracht op anderen.
Dat kan via personen, school of kerk, maar ook via Netflix of sociale media (= socialisatoren).
Slide 6 - Tekstslide
Socialisatoren
Diegenen die ervoor zorgen dat een cultuur kan worden overgebracht, zodat jij je een cultuur eigen kunt maken.
Denk aan:
Gezin, school, overheid
Kerk, werk, vrijetijdsgroep
Sport, vrienden & media
Slide 7 - Tekstslide
Verwerving van cultuur
Het internaliseren van de normen en waarden die bij een cultuur horen.
Dus: Zorgen dat je de cultuur (kennis, vaardigheden, opvattingen & houdingen) je eigen maakt.
Slide 8 - Tekstslide
Socialisatie is belangrijk
Zonder socialisatie kan een samenleving niet blijven bestaan.
Bij socialisatie is er altijd sprake van cultuuroverdracht. Dit betekent dat de cultuur altijd van persoon op persoon wordt doorgegeven.
Denk aan vader/moeder die jou normen en waarden leren.
Slide 9 - Tekstslide
Wat heb jij meekregen van je ouders?
Slide 10 - Woordweb
Onbeschreven blad
Beschreven blad
Slide 11 - Tekstslide
Internalisatie
Het bewust innerlijk accepteren van voorgeschreven regels, waarden en normen.
Je moet niet meer anders willen!
Door internalisatie wordt je geweten gevormd, over wat jij goed en slecht vindt.
Slide 12 - Tekstslide
Samenvattend
Socialisatie is dus een proces van cultuuroverdacht van een cultuur. Een persoon past zich daarmee aan aan de cultuur van een samenleving.
Het is echter geen blinde aanpassing! Een persoon maakt ook zelf keuzes in zijn proces van verwerving van een cultuur waarmee zijn persoonlijkheid wordt ontwikkeld.
Slide 13 - Tekstslide
Vorming
2.2 Socialisatie, vooroordelen en stereotypering
Slide 14 - Tekstslide
Vooroordelen
Definitie: Oordelen over mensen die niet gebaseerd zijn op feiten.
Voordelen zijn meestal negatief, zoals:
Een vrouw met een hoofddoek wordt onderdrukt;
Dikke mensen eten te veel;
Surinamers zijn lui.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Stereotypering
Definitie: Vaststaande beelden, veronderstellingen en generalisaties over een bepaalde groep mensen.
Stereotypen ontstaan uit vooroordelen
Denk aan:
Nederlanders lopen op klompen;
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Stereotype & vooroordeel
Een vooroordeel is dus een oordeel over een bepaalde groep.
Een stereotype is dus een bepaald beeld van een groep. Ieder individu van een groep wordt daardoor aangezien voor dat beeld.
(Programma NPO3: 'Ik durf het bijna niet te vragen')
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Welke stereotypen/vooroordelen herken je in de video?
Slide 21 - Open vraag
Discriminatie
Definitie: Ongelijke behandeling van mensen op grond van kenmerken die in een bepaalde situatie niet van belang zijn.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hoe zou je discriminatie kunnen stoppen tijdens sollicitatiegesprekken?
Slide 27 - Open vraag
Racisme, seksime en xenofobie
Racisme
>>> Mensen benadelen ten opzichte van anderen op grond van hun ras
Seksisme
>>> Het achterstellen van groepen (meestal vrouwen) op grond van geslacht
Xenofobie
>>> Angst voor het vreemde / vreemdelingen
Slide 28 - Tekstslide
^ Racisme
Xenofobie ^
< Seksisme
Slide 29 - Tekstslide
Welke voorbeelden van discriminatie ken jij?
Slide 30 - Open vraag
Welke vorm van discriminatie zie je?
Slide 31 - Open vraag
Welke vorm van discriminatie zie je?
Slide 32 - Open vraag
In 80 landen is homoseksualiteit strafbaar
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Discriminatie
D
Racisme
Slide 33 - Quizvraag
Vrouwen verdienen minder
A
Feit
B
Discriminatie
C
Stereotypering
D
Vooroordeel
Slide 34 - Quizvraag
In islamitische landen worden vrouwen altijd uitgehuwelijkt
A
Feit
B
Vooroordeel
C
Discriminatie
Slide 35 - Quizvraag
Rascisme is discriminatie op grond van....
A
Lengte
B
Geslacht
C
Afkomst
D
Geaardheid
Slide 36 - Quizvraag
Wat is discriminatie?
A
Ongelijke behandeling
B
Onderscheid maken
C
Verschil tussen
man en vrouw
D
Verschil tussen geloven
Slide 37 - Quizvraag
Wat staat er in artikel 1 van de grondwet?
A
Geen straf zonder wet (legaliteitsbeginsel)
B
Het verbod op discriminatie
C
De doodstraf is verboden
Slide 38 - Quizvraag
Wat is positieve discriminatie?
A
Dat bepaalde groepen meer salaris krijgen
B
Dat mannen eerder een hoge functie krijgen dan vrouwen
C
Dat bepaalde groepen minder hoeven te werken
D
dat werkgevers voorrang geven aan bepaalde groepen
Slide 39 - Quizvraag
Lees de krantenkop. "Reformatorische school wil geen moslim-docent aannemen" Welke grondrechten botsen hier?
A
Vrijheid van geloof en vrijheid van geloof
B
Vrijheid van geloof en anti-discriminatie
C
Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van geaardheid
D
Vrijheid van meningsuiting
Slide 40 - Quizvraag
In welke situatie kunnen we spreken van discriminatie?