Prov2E BS 1 Verbranding

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Thema 1 Verbranding en ademhaling

Vorige les..

Energie

Om je spieren te bewegen en warm te blijven heb je energie nodig

Energie krijg je door je brandstof =voedsel (glucose gemaakt door planten) te verbranden in al je cellen, dag en nacht

Hiervoor is zuurstof nodig

Beweeg je meer (veel inspanning) heb je meer brandstof en meer zuurstof nodig

Verbranding van glucose

• Voor de verbranding van glucose in je lichaam heb je nodig:
• Glucose(brandstof) + zuurstof.

• Bij de verbranding ontstaan:
• Koolstofdioxide +water + energie

Verbranding van glucose:

Tijdens de verbranding van glucose in je lichaam ontstaat energie, koolstofdioxide en water

demonstratie:

Demonstratie

Proefje kaarsje met helder kalkwater

Helder kalwater is een indicator

Bewijs dat tijdens verbranding koolstofdioxide ontstaat

Maar ook warmte/licht en water (condens)

Lichamelijke inspanning

Veel lichamelijk inspanning = veel energie nodig

dan:

* is veel meer verbranding nodig

* heb je veel brandstof en zuurstof nodig

* ga je sneller ademhalen (in- en uitademen)

* gaat je hart sneller kloppen

* komt er meer warmte vrij-> zweten

* adem je meer afvalstoffen uit-> uitademen koolstofdioxide

Meer afvalstoffen afvoeren

• Meer verbranding betekent dus meer afvalstoffen, zoals koolstofdioxide
• Doordat je hart sneller klopt, vervoert het bloed meer koolstofdioxide van de spieren terug naar de longen.

• De koolstofdioxide ademen we uit

Aan het werk:

Lezen BS 1

Maken 4, 5, 6, 8 (9+)

Tot de volgende les