EMP - les 2

Empowerment
Cliënt in zijn kracht, sociale netwerken en steunsystemen 

Les 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Empowerment
Cliënt in zijn kracht, sociale netwerken en steunsystemen 

Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Praktische zaken
Onderwijsmagazijn, SW 23, jaar 2, blok 8
Leermateriaal:
 Basisboek Sociaal Werk
 De Sociaal werker
 Reader Cliënt in zijn kracht (wat willen jullie? digitaal?)

Slide 2 - Tekstslide

Eindopdracht
Deadline: 28 juni 2024 23:59 via Teams
Beschrijving:
Voor de eindopdracht ga je het netwerk van een cliënt in kaart brengen en bekijken hoe je het kan verstevigen.
In overleg met jouw docent kan je, wanneer dit een lastige opgave is binnen jouw BPV-bedrijf, kiezen voor familielid/vriend(in)/kennis.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik les 1
Schrijf op en bespreek in groepjes:
Beantwoord de volgende vragen op papier of laptop
  • Hoe gebruik jij empowerment in jouw stage of hoe wordt dit gebruik op jouw stageplek?
  • Hoe gebruik jij het sociaal netwerk van cliënten in jouw stage of hoe wordt dit gebruikt op jouw stage?
  • Is dit zoals jij dat zou willen of heb jij daar een andere visie op of idee over?
  • Laat jouw antwoorden lezen door je medestudenten
  • Bespreek jullie uitkomsten.
  • Wat komt er overeen?
  • Wat is het verschil?
  • Wat heeft jullie voorkeur en waarom?
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik les 1
Wat is Empowerment?
Wat is Zelfregie?
Sociaal Netwerk? Waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen uit Basisboek SW 13.3 en 13.4
  • Lezen uit de Reader: Empowerment in de praktijk
  • Beschrijf 2 situaties waarbij je empowerment en eigen regie had kunnen vergroten. Wat kun je de volgende keer anders doen? Denk aan de termen uit het boek
  • Schrijf een korte casus vanuit de eigen BPV over een cliënt waarbij je empowerment wilt vergroten.  



Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kent de theorie over motiveren en stimuleren
  • De student kent de piramide van Maslow
  • De student begrijpt a.d.h.v. de piramide van Maslow hoe de behoeften van de cliënt van invloed kunnen zijn op geboden hulpverlening



Slide 7 - Tekstslide

1. Doe jij wel eens iets voor de cliënt die zij/hij zelf kan?
2. Wat zou je anders kunnen doen in dit geval?
3. Hoe zou je dit bespreekbaar kunnen maken met collega’s die dit doen?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen motiveren en stimuleren?

Slide 9 - Woordweb

Wat is het verschil tussen motiveren en stimuleren?


Stimuleren: overtuigen van iets: “het is belangrijk om te leren koken, zullen we het samen proberen?”
Motiveren: de cliënt een juiste prikkel te geven om iets te doen: “jij kan zo goed koken, misschien wil je mij hier bij helpen?”

Slide 10 - Tekstslide

In de praktijk
Saskia werkt als sociaal cultureel werkster in een buurthuis. Dit weekend is er een feest voor alle buurtbewoners van de wijk. Vandaag begeleidt Saskia de kookclub waaraan ook Andrew deelneemt. Ze weet dat Andrew weinig contacten heeft. Het lijkt haar een goed idee als hij ook naar het feest komt, zodat hij nieuwe mensen leert kennen. Ook weet ze dat Andrew trots is op zijn kookkunsten. Saskia vraagt daarom aan Andrew hapjes te maken voor het weekend. Hij reageert positief op haar voorstel.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit: Innerlijke en externe factoren van motivatie

Slide 12 - Open vraag

Motivatie
Er zijn minstens twee belangrijke factoren die van invloed zijn op de motivatie van mensen. 
De eerste zijn de drijfveren die ieder mens heeft, ofwel de innerlijke factoren. 
Bijvoorbeeld als je heel graag tekent.

 De tweede zijn de externe factoren. Dit zijn prikkels van buitenaf die aanzetten tot bepaald gedrag. Denk aan het salaris dat iemand krijgt voor het werk dat hij verricht.


Als professional is het belangrijk de cliënt goed te kennen, zodat je beter weet hoe je hem kan motiveren en stimuleren. Daarnaast is het belangrijk dat je een band opbouwt met de cliënt. Dan zal hij jouw stimulansen eerder accepteren.

Slide 13 - Tekstslide

Manieren van motiveren
Er zijn vele manieren om de cliënt of een cliëntengroep en zijn sociale netwerk te motiveren.

Maak groepjes van 3 studenten en bedenk met elkaar hoe jullie dit zouden doen. (10 minuten)

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Wat zegt de theorie?
  • Je kunt de cliënt motiveren door je vooral op de positieve kanten te richten. In dat geval benoem je wat iemand tot nu toe goed heeft gedaan, zijn kracht. Dat geeft de cliënt zelfvertrouwen en vergroot de kans dat hij zich verder ontwikkelt.
  • Daarnaast is het belangrijk dat je aansluit bij het niveau en de behoefte van de cliënt.
  • Formuleer samen met de cliënt realistische doelen, zodat de kans op succes groot is.
  • Geef de cliënt het vertrouwen dat hij het kan, vier elk succes.
  • Geef regelmatig complimenten en houd verbeteringen bij.
  • Met realistische doelen en regelmatig een evaluatie kun je prima in de gaten houden hoe het gaat en eventueel bijsturen als dat nodig is.
  • Geef het goede voorbeeld. Als je van de cliënt verwacht dat hij op tijd komt, doe dat dan zelf ook.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een beroepshouding?

Slide 16 - Open vraag

Beroepshouding
Als professioneel begeleider gedraag je jezelf op een bepaalde manier ten opzichte van de cliënt. Dit noem je een beroepshouding. Het is belangrijk dat je een professionele houding hebt, zodat deze herkenbaar is voor cliënten. Daarnaast is het noodzakelijk dat er onderlinge afstemming is binnen jouw team. In principe mag het niet uitmaken welke begeleider een cliënt begeleidt. Elk lid van het team heeft hetzelfde doel en draagt het beleid van de instelling uit. Er is dus eenheid in het handelen. Drie vaste onderdelen in de beroepshouding zijn inlevingsvermogen, respect en echtheid.

Slide 17 - Tekstslide

Drie vaste onderdelen in de beroepshouding zijn inlevingsvermogen, respect en echtheid. Wat wordt hiermee bedoeld?
Werk uit in 2-tallen

Slide 18 - Open vraag

Respect
Jannet begeleidt Iris die wil stoppen met blowen. Iris is zeer gemotiveerd begonnen aan dit traject, maar ze heeft een terugval. Ze vertelt Jannet dat ze dit weekend toch weer met vrienden uit is geweest en heeft geblowd. Jannet vindt het jammer dat dit gebeurt is. Vooral omdat het de laatste tijd juist zo goed ging. Ze hadden ook afgesproken dat Iris voorlopig niet met deze vrienden zou omgaan, maar dat heeft ze dus toch gedaan. Jannet blijft echter geduldig en spreekt het vertrouwen naar Iris uit. Ze vraagt belangstellend waarom dit heeft kunnen gebeuren.

Slide 19 - Tekstslide

13.4 Aansluiten bij behoeften van de cliënt
Als je cliënten begeleidt, ben je vooral gericht op het voorzien in bepaalde behoeften. Dat kunnen behoeften zijn vanuit de cliënt zelf. Dat noem je innerlijke behoeften. Het kunnen ook behoeften zijn die ontstaan door prikkels vanuit de omgeving. Dit noemen we externe behoeften.

Slide 20 - Tekstslide

Lees
Piramide van Maslow 

Slide 21 - Tekstslide

Piramide van Maslow
Abraham Maslow – een grondlegger van de behoeftehiërarchie 20ste eeuw.

“Het gedrag van mensen komt altijd voort uit een behoefte”
Uitgangspunt: elk mens wil zichzelf ontwikkelen. Iedereen wil komen tot zelfverwezenlijking. Dit betekent dat je doet wat bij jou als uniek persoon past, dat je volledig tot je recht komt en een zinvol leven leidt


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welke laag van Max is niet bevredigd? Gevolg?
Max heeft een vorm van autisme en zit in het regulier basisonderwijs. Hij heeft de laatste tijd veel veranderingen moeten doorstaan, dat valt hem zwaar. Max wil het liefst dat alles bij het oude blijft. De docent van Max valt het op dat hij wat onzeker is de laatste tijd. Hij vraagt veel bevestiging en heeft weer last van dwangmatigheden. Voor het aanleren van nieuwe dingen staat Max op dit moment niet open.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Maak tweetallen.
Een van jullie is cliënt en de ander sociaal werker. De sociaal werker gaat door middel van communicatieve vaardigheden de piramide van Maslow uitwerken van de cliënt. De cliënt bedenkt voor zichzelf een korte casus van wie hij/zij/hen is (denk hierbij aan problematiek en leefomstandigheden)
Op deze manier kan je achterhalen waar de behoeften van de cliënt ligt en zorg je dat je de cliënt niet overvraagt.


timer
7:00

Slide 25 - Tekstslide

Werken aan de eindopdracht
  • VOORBLAD: NAAM, KLAS, COHORT, STUDENTNUMMER, DOCENT, SLB-ER​
  • INHOUDSOPGAVE​
  • INLEIDING MET EEN BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT EN DEZE MODULE (EMP)​
  • BESCHRIJVING VAN JE CLIENT (CLIËNT, ORGANISATIE, DOELGROEP, OMGEVING) > LET OP AVG!​ 



Slide 26 - Tekstslide

Terugblik lesdoelen
  • De student kent de theorie over motiveren en stimuleren
  • De student kent de piramide van Maslow
  • De student begrijpt a.d.h.v. de piramide van Maslow hoe de behoeften van de cliënt van invloed kunnen zijn op geboden hulpverlening



Slide 27 - Tekstslide

Volgende week
13.5. Verdieping: Zelfbeschikkings¬theorie van Ryan & Deci
Competentie

Slide 28 - Tekstslide