Schrijven H1 t/m H5

Leerstof
  • Hoofdstuk 1: enquête
  • Hoofdstuk 2: publiekgericht schrijven
  • Hoofdstuk 3: zakelijke brief
  • Hoofdstuk 4: verslag (persoonlijk en zakelijk)
  • Hoofdstuk 5: overtuigende tekst 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerstof
  • Hoofdstuk 1: enquête
  • Hoofdstuk 2: publiekgericht schrijven
  • Hoofdstuk 3: zakelijke brief
  • Hoofdstuk 4: verslag (persoonlijk en zakelijk)
  • Hoofdstuk 5: overtuigende tekst 

Slide 1 - Tekstslide

Een enquête maken
Een lijst met vragen die door mensen wordt ingevuld.

Inleiding:
  • Wie je bent
  • Wat je onderzoekt
  • Waarom je onderzoekt

Slide 2 - Tekstslide

Een enquête maken
Na de vragen bedankt je de deelnemer

Je enquête wordt betrouwbaar door:
  • goede enquêtevragen (meerkeuze of ja/nee-vragen)
  • vragen die duidelijk en precies geformuleerd zijn

Slide 3 - Tekstslide

Publiekgerichte tekst schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het publiek van deze tekst?

Slide 5 - Open vraag

Wat zou je aanpassen als deze tekst gericht is naar jongeren?

Slide 6 - Open vraag

Zakelijke brief

Slide 7 - Tekstslide

Welke vorm van een zakelijke tekst is formeler?
A
Zakelijke brief
B
Zakelijke e-mail

Slide 8 - Quizvraag

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke brief?

Slide 9 - Open vraag

Wat zet je in het middenstuk van een zakelijke brief?

Slide 10 - Open vraag

Wat zet je in het slot van een zakelijke brief?

Slide 11 - Open vraag

Briefconventies
Jouw eigen naam en adres

Plaats, datum

Naam en adres ontvanger

Aanhef

Inleiding, middenstuk, slot

Groet

Handtekening en naam

Bijlage(n)

Slide 12 - Tekstslide

Verslag schrijven

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een persoonlijk en een zakelijk verslag?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn de 5 w+h-vragen?

Slide 15 - Open vraag

Wat zet je in de inleiding van een persoonlijk verslag?

Slide 16 - Open vraag

In welke volgorde beschrijf je de gebeurtenissen in je verslag?

Slide 17 - Open vraag

Noem 2 voorbeelden van signaalwoorden van tijd.

Slide 18 - Open vraag

Wat zet je in het slot van een persoonlijk verslag?

Slide 19 - Open vraag

Overtuigende tekst

Slide 20 - Tekstslide

Wat schrijf je in de inleiding van je overtuigende tekst?

Slide 21 - Open vraag

Wat schrijf je in het middenstuk van je overtuigende tekst?

Slide 22 - Open vraag

Wat schrijf je in het slot van je overtuigende tekst?

Slide 23 - Open vraag