Kennissessie juli 2024


Kennissessie juli 2024
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NVVK beloftesPraktijkonderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Kennissessie juli 2024

Slide 1 - Tekstslide

Perspectief: inkomensstijging of daling ‘stel de afloscapaciteit is 0, er is wel perspectief op werk. 
Wat doe je, Kies je voor 0-aanbod , saneringskrediet of sb?
Inleiding
  • 0-voorstel
  • basisdienstverlening 
  • hanteren VTLB 
  • financiële begeleiding

Slide 2 - Tekstslide


Quizzen!
En dan nu..

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het gemiddeld aantal schuldeisers in 2023?
A
13
B
18
C
7
D
11

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de top 3 meest voorkomende schuldeisers?
A
1. Belastingdienst 2. CJIB 3. Zorgverzekeraars
B
1. Zorgverzekeraars 2. CJIB 3. Belastingdienst
C
1. Zorgverzekeraars 2. Belastingdienst 3. Incasso-organisaties
D
1. Belastingdienst, 2. Zorgverzekeraars 3. Incasso-organisaties

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het percentage saneringskredieten ten opzichte van schuldbemiddelingen in 2023?
A
SK 90% SB 10%
B
SK 70% SB 30%
C
SK 50% SB 50%
D
SK 40% SB 60%

Slide 6 - Quizvraag

Marco heeft een participatiewet uitkering, hij heeft geen vrijstelling van de sollicitatieplicht en krijgt begeleiding van de gemeente richting werk. Er is sprake van psychosociale problematiek en begeleid wonen. Het is door zijn problematiek nog maar de vraag of hij makkelijk te begeleiden is naar werk en of hij zijn baan kan houden, want als gevolg van zijn problematiek veroorzaakt Marco snel conflicten. Wat meld je in het kader van de AVG aan de schuldeisers?
A
Schuldbemiddeling zonder toelichting over achterliggende problematiek
B
Schuldbemiddeling met toelichting (sprake van psychosociale problematiek, hij is moeilijk bemiddelbaar naar werk, waardoor de kans bestaat dat dit niet gaat lukken tijdens het schuldregelingstraject)
C
Saneringskrediet zonder toelichting over achterliggende problematiek
D
Saneringskrediet met toelichting (sprake van psychosociale problematiek, hij is moeilijk bemiddelbaar naar werk, waardoor de kans bestaat dat dit niet gaat lukken tijdens het schuldregelingstraject)

Slide 7 - Quizvraag

Wat was de gemiddelde schuldenlast in 2023?
A
€28.360
B
€40.170
C
€36.201
D
€32.820

Slide 8 - Quizvraag

Jelly heeft een aanvraag schuldregeling gedaan. Er zijn tenminste 46 schuldeisers met een totaalbedrag van € 24.500,--. Haar inkomen is minimaal. Jelly bestelt makkelijk online kleding en kan moeilijk prioriteiten stellen. Ze is wel gemotiveerd om zelf haar financiën te regelen. Welke producten zet je in?
A
Schuldregeling en beheer vaste lasten
B
Schuldregeling
C
Schuldregeling en coaching
D
Schuldregeling, beheer vaste lasten en coaching

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel mensen zaten er in 2023 in beschermingsbewind (NVVK-leden)
A
23291
B
19360
C
25823
D
21438

Slide 10 - Quizvraag

Tineke heeft een auto die zij nodig heeft voor woon- werkverkeer. De auto vertegenwoordigt een waarde van € 5000,-. Wat doe je?
A
Niets, de auto is nodig voor woon- werkverkeer en de waarde is gering.
B
De auto vertegenwoordigt een waarde van € 5000,--. Je vraagt Tineke om de auto te verkopen en een andere auto ter waarde van € 2.500,-- weer te kopen.
C
Je vraagt Tineke om de auto te verkopen en zij moet maar kijken hoe ze op haar werk komt.
D
Geen idee.

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel procent van de aanvragers was man in 2023?
A
61%
B
73%
C
36%
D
50%

Slide 12 - Quizvraag

Is het nieuwe normenoverzicht al beschikbaar?
A
Ja
B
Nee
C
Bijna
D
Ongeveer

Slide 13 - Quizvraag

Moet je bij een 0-voorstel ook vermogensonderzoek doen?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Soms

Slide 14 - Quizvraag

Als er geen afloscapaciteit is en je feitelijk een 0-voorstel moet doen, maar de klant geeft aan wel te willen aflossen, mag dat?
A
Ja, dat mag. Als de klant niet tot de WSNP wordt toegelaten.
B
Nee, liever niet. Omdat de klant anders onder het bestaansminimum komt en dan komt de bestaanszekerheid in het geding.
C
Beide antwoorden (A & B) zijn juist.
D
Alle antwoorden zijn onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een 0-voorstel?
A
Saneringskrediet
B
Schuldbemiddeling
C
Schuldregeling zonder uitdeling
D
Niks

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer wordt een schuld als ‘problematisch’ gezien ?
A
Wanneer te voorzien is dat mensen schulden niet kunnen blijven afbetalen of zijn gestopt met afbetalen.
B
Wanneer mensen de schuld niet zelfstandig binnen 36 maanden kunnen oplossen.
C
Wanneer de schulden groter zijn dan € 40.000
D
Wanneer mensen met schulden geen afloscapaciteit hebben.

Slide 17 - Quizvraag

Je hebt een dossier waarin je voorstellen gaat doen. Je ziet dat het een 0-voorstel wordt, er loopt budgetbeheer, kun je een 0-voorstel doen?
A
Ja, want er is financiële begeleiding in de vorm van budgetbeheer.
B
Nee, want budgetbeheer is geen financiële begeleiding.
C
Geen idee.
D
Dat ligt aan de klantmanager.

Slide 18 - Quizvraag

Waar kunnen wij gegevens van klanten aandragen ter voorkoming van verdere escalatie van schulden?
A
Bij Schuldenknooppunt
B
Bij SNG
C
Bij VISH
D
Bij Gerjan

Slide 19 - Quizvraag

Je hebt een dossier waarin je voorstellen gaat doen. Je ziet dat een 0-voorstel zou kunnen, er is alleen nog geen financiële begeleiding. Wat zijn je opties:
A
Je kunt geen voorstel doen. Er moet eerst een gesprek met de klant en/of gemeente plaatsvinden over begeleiding.
B
Je doet een voorstel zonder toelichting over financiële begeleiding.
C
Je doet een voorstel en geeft richting de schuldeisers aan dat er geen financiële begeleiding is, omdat dit niet nodig was ten tijde van de intake.
D
Je vraagt B&K

Slide 20 - Quizvraag

Marco heeft een participatiewet uitkering. Hij staat onder bewind en zijn bewindvoerder heeft € 2.500,00 op de beheergeldrekening staan. Het VTLB bedraagt €995,00. Wat doe je met het tegoed op de beheergeldrekening?
A
Hij heeft al jaren een participatiewet uitkering en in theorie geen afloscapaciteit gehad. Het gespaarde bedrag op zijn bankrekening, hoger dan het vrijgestelde VTLB, is geen vermogen.
B
Je vraagt de bewindvoerder om € 2.500,00 minus € 995,00 = € 1.505,00 over te maken voor de schuldregeling. Het tegoed is namelijk vermogen.
C
Zowel antwoord a als b is juist en daarom deel je het door 2. De bewindvoerder maakt € 2.500,00 minus € 995,00 = € 1.505,00 delen door 2 = € 752,50 over voor de schuldregeling.
D
Dit leg ik voor aan de teamleider.

Slide 21 - Quizvraag

Waar kun je meer informatie vinden over de afspraken met gemeenten?
A
In Allegro
B
In PerfectView
C
In Visma
D
In BlueBox

Slide 22 - Quizvraag

Welke partijen leveren bij Vroegsignalering informatie over betalingsachterstanden van inwoners aan bij de gemeente?
A
Belastingdienst Energiebedrijven Schuldhulpverleners
B
Energiebedrijven Woningcorporaties CJIB
C
Woningcorporaties Zorgverzekeraars Energiebedrijven
D
Zorgverzekeraars Woningcoporaties Schuldhulpverleners

Slide 23 - Quizvraag

Jochem heeft 4 jaar geleden een bedrijf gehad met een vriend. De vriend heeft Jochem opgelicht en daarom heeft hij besloten uit het bedrijf te stappen. De belastingaangiften zijn niet gedaan. Het lukt Jochem ook niet om deze te doen, omdat de vriend de stukken voor de aangifte niet vrij wil geven. De belastingdienst weigert jou saldo opgave te doen, waardoor je feitelijk geen minnelijke regeling kunt starten. Wat doe je?
A
Je wijst de aanvraag af. Je kunt geen minnelijke regeling starten.
B
Je verwijst Jochem naar SHVO.
C
Je dient een verzoek WSNP in.
D
Je belt de vriend van Jochem.

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel huishoudens kampen er in Nederland met problematische schulden?
A
510.000
B
730.000
C
950.000
D
1.100.000

Slide 25 - Quizvraag

Rudy heeft al enkele jaren een participatiewet uitkering. Door begeleiding vanuit de gemeente is het hem gelukt een reguliere baan voor 36 uur te vinden. Het beleid van de gemeente is dat ze hem een bonus vanuit de participatiewet uitkeren van € 500,00. Wat doe je?
A
Niets, ik heb een SK ingezet ivm de participatiewet uitkering. De schulden zijn geregeld, Rudy heeft recht op de bonus.
B
Niets, de bonus is vanuit de participatiewet aan Rudy toegekend en deze komt schuldeisers niet toe. Rudy mag de bonus houden.
C
Ik heb een schuldbemiddeling ingezet en de bonus is een inkomensbestanddeel en moet daarom in de schuldbemiddeling vloeien.
D
Ik heb een schuldbemiddeling ingezet en de bonus is vanuit de participatiewet aan Rudy toegekend en deze komt schuldeisers niet toe. Rudy mag de bonus houden.

Slide 26 - Quizvraag

De afloscapaciteit is 0, er is wel perspectief op werk. Wat doe je?
A
Ik kies voor een 0-aanbod.
B
Ik kies voor maatwerk (schuldbemiddeling).
C
Ik kies voor een 0-aanbod met financiële begeleiding.
D
Ik kies voor maatwerk (schuldbemiddeling) met financiële begeleiding.

Slide 27 - Quizvraag

Er is een achterstand bij de ziektekostenverzekering. In de overige vaste lasten zijn geen achterstanden. Je wilt ook een schuldregeling opzetten. Zet je wel/niet een vorm van financiële begeleiding (budgetbeheer) in?
A
Nee, budgetbeheer is niet nodig, omdat er verder geen achterstanden zijn in de vaste lasten.
B
Ik zet budgetbeheer in, omdat er toch een achterstand in de vaste lasten is.
C
Ik zet budgetbeheer in, vanwege de achterstand in de vaste lasten, budgetbeheer is nodig om de schuldeiser te overtuigen akkoord te gaan. Budgetbeheer biedt zekerheid.
D
Ik stem dit af met de klant.

Slide 28 - Quizvraag

Wat vind jij? Moeten we een 4-ogen principe toepassen op de VTLB berekening?
A
Nee, dat vind ik niet nodig, want ik ben prima in staat een juiste VTLB berekening te maken en het wordt nu nog makkelijker omdat we uitgaan van inkomen – VTLB = afloscapaciteit.
B
Nee, dat werkt vertragend en dat kost tijd.
C
Ja, dat lijkt me een goed idee, want het draagt bij aan de kwaliteitsverbetering.
D
Geen mening.

Slide 29 - Quizvraag


Bedankt!

Slide 30 - Tekstslide