10.1 en 10.2

10.1 Sociale veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de industriële 
revolutie heeft gehad voor de samenleving 
  • Je kent de definitie van sociale ongelijkheid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

10.1 Sociale veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
  • Je kunt uitleggen welke gevolgen de industriële 
revolutie heeft gehad voor de samenleving 
  • Je kent de definitie van sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Wat was jouw middelbare schooladvies?
vmbo-t
havo
havo/vwo
vwo

Slide 3 - Poll

Hoe groot is de invloed van omstandigheden op je schoolniveau?
Heel groot
Groot
Neutraal
Klein
Niet van invloed

Slide 4 - Poll

Ongelijkheid sinds de 18e eeuw
  • Democratische revoluties: méér politieke gelijkheid
  • Industriële revolutie: sociale ongelijkheid  

  • Arbeid VS kapitaal 

Slide 5 - Tekstslide

Industriele revolutie
In de 19e eeuw volgden technologische ontwikkelingen  zich heel snel op:

            -> Stijging productiviteit landbouw (door innovatie)
            -> Meer voedsel waardoor bevolking toenam
            -> Minder werknemers nodig -> werkloze arbeiders
            -> Landarbeiders vonden een baan in de industriële sector
            -> Productie en welvaart namen toe.
= toegenomen ongelijkheid  

Slide 6 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid 
  •  Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag! 
Lees 10.1 door 
Maak van 10.1 opdracht 1
Klaar? Lees alvast 10.2 door 

Slide 8 - Tekstslide

10.2 analyse: sociale ongelijkheid
  • Je kunt uitleggen welke soorten ongelijkheid er zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de samenleving is opgedeeld in verschillende lagen en hoe je je kunt bewegen tussen
     die lagen.

Slide 9 - Tekstslide

Zet de volgende personen op volgorde van maatschappelijk positie.

Slide 10 - Tekstslide

1. Noem 3 redenen die een rol spelen bij de volgorde van maatschappelijke positie die jij hebt gemaakt.
2. Welke belangrijke kenmerken van deze personen zijn aangeboren en welke niet? 

Slide 11 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid 
  •  Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling

Slide 12 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Door de IR ontstond er een klassensamenleving.

De sociale mobiliteit steeg, maar de sociale ongelijkheid ook.

Slide 13 - Tekstslide

Soorten sociale ongelijkheid
- Ongelijke verdeling van macht

- Ongelijke verdeling van bezit 
(schaarse en hoog gewaardeerde zaken)

- Ongelijke verdeling van status 
(waardering of ongelijke behandeling)

Slide 14 - Tekstslide

Sociale stratificatie en de maatschappelijke ladder

Slide 15 - Tekstslide

Sociale stratificatie
  • Het indelen van (groepen) mensen in ‘lagen’ waartussen sociale ongelijkheid bestaat.
  • Sociale laag wordt bepaald door verschillende factoren.
  • Deze lagen worden verschillende gewaardeerd op de maatschappelijke ladder .

 

Slide 16 - Tekstslide

Bewegen op maatschappelijke ladder -> sociale mobiliteit 

Positietoewijzing: maatschappelijke oorzaken.
Positieverwerving: wat individu zelf kan doen.

kunnen stijgen en dalen op maatschappelijke ladder= open samenleving. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag 
Lees: 10.1 en 10.2
Maak: Opdracht 1 van 10.1
Opdrachten 2 en 4 van 10.2

Slide 18 - Tekstslide