ONO Blok 1 Spreken, kijken & luisteren les 1.12 & 1.13

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
- Waar speelt het verhaal zich af?

- In welke tijd speelt het verhaal zich af?

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
1. Huiswerk bespreken
Wat is jouw kampverhaal? 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin is goed geschreven?
A
Wat een vette sneakers zijn dat.
B
Wat een vette sneakers zijn dat!
C
Wat een vette sneakers zijn dat?
D
wat een vette sneakers zijn dat

Slide 4 - Quizvraag

Welk tekstdoel hoort bij een aansporende tekst?
A
informeren
B
overhalen
C
amuseren

Slide 5 - Quizvraag

Een gedicht is een voorbeeld van een:
A
informerende tekst
B
aansporende tekst
C
amuserende tekst

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen:
  • Ik  weet het verschil tussen monoloog, dialoog en een groepsgesprek.
  • Ik kan een tekst goed voorlezen door leestekens.
  • Ik kan mijn stem op de juiste manier gebruiken als ik spreek. 

Slide 7 - Tekstslide

Instructie soorten gesprekken
3 Soorten gesprekken:
1. monoloog: hierbij spreekt één iemand/persoon (mono = 1).
2. dialoog: hierbij spreken twee mensen met elkaar.
3. groepsgesprek: hiebij spreken drie of meer mensen met elkaar. 

Leuk weetje:
- 'loog' komt van het griekse woord 'logos' > betekent taal/woorden.

Slide 8 - Tekstslide

Instructie toonhoogte, volume, tempo en intonatie

Toonhoogte: hoe hoog of hoe laag je stem is.
Volume: hoe hard of hoe zacht je stem is.
Tempo: hoe snel of hoe langzaam je praat.
Intonatie: hiermee kun je emoties en gevoelens laten doorklinken in je stem.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Staat de onderstaande zin in directe of indirecte rede:

Janna vroeg aan Dave of hij van haar hield.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 11 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de directe of indirecte rede:

Dave zei: 'Ik ben verliefd!'
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 12 - Quizvraag

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 52, opdr. 63, 64, 65, 66, 67, 68, 72
  • Zilver: blz. 52, opdr. 63, 64, 65, 66, 67, 70, 72
  • Goud: blz. 52, opdr. 63, 64, 65, 66, 67, 71, 72

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie

Gooi met de dobbelsteen en geef antwoord op de juiste vraag!

Slide 14 - Tekstslide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B1 Spreken & Luisteren.

Slide 15 - Tekstslide