6.2 afschaffing van de slavernij

6.2 afschaffing van de slavernij
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 afschaffing van de slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Oefenen begrippen + jaartallen via quiz
  • Uitleg 
  • Zelfstandig leren voor de toets
  •  Wat moet je leren voor de toets

Slide 2 - Tekstslide

Herstel van de politiek-bestuurlijke situatie van vóór de Franse Revolutie, waarbij veel landen weer een vorst aan het hoofd kregen.
A
Herstel
B
Indirect bestuur
C
Nationalisme
D
Restauratie

Slide 3 - Quizvraag

Gebied waar je producten kunt verkopen.
A
Afzetgebied
B
Verkoopgebied
C
Inkoopgebied
D
Imperium

Slide 4 - Quizvraag

Een groot (wereld)rijk (in de 19e eeuw: met gebieden overzee).
A
Kolonie
B
Modern imperialisme
C
Imperium
D
Afzetgebied

Slide 5 - Quizvraag

Een manier van besturen waarbij je groepen tegen elkaar opzet om te voorkomen dat ze zullen samenwerken, met het doel zelf gemakkelijker te kunnen besturen.
A
Verdeel en heerspolitiek
B
Verover politiek
C
Indirecte politiek
D
Kolonisatie

Slide 6 - Quizvraag

Javaanse boeren moeten een vijfde van hun land bebouwen voor het Nederlandse bestuur.
A
Verbouw stelsel
B
Cultuurstelsel
C
Verkoopstelsel
D
Exploitatie

Slide 7 - Quizvraag

Het gevoel dat je meer waard bent dan een ander
A
Racisme
B
Nationalisme
C
Superioriteitsdenken
D
Militarisme

Slide 8 - Quizvraag

De hoogste bestuurder van Nederlands-Indië.
A
Koning
B
Generaal
C
Gouverneur
D
Gouverneur-generaal

Slide 9 - Quizvraag

Manier om een kolonie te besturen, waarbij Europese bestuurders regeren via inheemse vorsten.

A
Direct bestuur
B
Verdeel en heerspolitiek
C
Nederlands-Indië
D
Indirect bestuur

Slide 10 - Quizvraag

De stichting van een kolonie in een gebied.
A
Imperium
B
Kolonisatie
C
Wereldrijk
D
Modern imperialisme

Slide 11 - Quizvraag

Iemand die als slaaf van een plantage is gevlucht en als vrije op een afgelegen plek in een eigen gemeenschap leeft.
A
Macron
B
Marron
C
Macaron

Slide 12 - Quizvraag

De VOC gaat failliet en Nederlands-Indie ontstaan
A
1602
B
1699
C
1702
D
1799

Slide 13 - Quizvraag

Congres van Wenen
A
1801-1802
B
1810-1811
C
1814-1815
D
1914-1915

Slide 14 - Quizvraag

Belgische Opstand
A
1815
B
1830
C
1848
D
1875

Slide 15 - Quizvraag

Invoering van het cultuurstelsel
A
1815
B
1830
C
1848
D
1875

Slide 16 - Quizvraag

Conferentie van Berlijn
A
1848-1849
B
1884-1885
C
1891-1892
D
1901-1902

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.
  • Je kunt beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.
  • Je kunt beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 18 - Tekstslide

Opkomst van het abolitionisme
Abolitionisme = Beweging die strijd voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij.
  • 2 hoofdredenen: 
1. slavernij is onchristelijk, God vind elk mens waardevol 
2. 18e eeuw verlichte denkers: ieder mensen zelfde grondrechten waaronder vrijheid 
  • Strijden eerst vooral voor afschaffing van de handel in slaven:
1. zo einde afschuwelijke slaventransport 
2. Geen nieuwe toevoer slaven dus dan zullen eigenaren voorzichtiger met slaven omgaan 

  • 1807: GB verbied slavenhandel. Nederland deed dit in 1814.
  • Slavernij nam echter niet af: de nu illegale handel bleef doorgaan + kinderen van slaven werden beter verzorgd zodat er nieuwe slaven opgroeiden. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Afschaffing van de slavernij
Als afschaffing van handel niet werkt, dan verbod op slavernij zelf 
Engeland:
  • kwam het nieuws van een slavenopstand op het britse eiland Jamaica: was neergeslagen met veel geweld. hierdoor veel mensen geschokt 
  • 1833: Britse regering laat alle slaven in haar koloniën vrij 
Amerika:
  • Groot verschil tussen noorden en zuiden 
  • zuiden veel katoen en tabak plantages waar veel slaven op werkten 
  • Noorden meer industrie en meer mensen in loondienst 
  • afschaffing van slavernij in heel Amerika leidt tot bloedige burgeroorlog in 1861
  • 1865: slavernij afgeschaft in heel Amerika    (emancipatie)

Slide 21 - Tekstslide

Afschaffing in de Nederlandse koloniën
NL een van de laatste Europese landen die de slavernij afschaften
  • Nederlands-Indië in 1860, Suriname in 1863 
Suriname en de Antillen: 
  • Slaven niet meteen vrij, eerst nog 10 jaar werken voor hun meester om schade aan economie te voorkomen + eigenaren krijgen 'schadevergoeding', vrijgelatenen kregen niets
  • 1 juli is tegenwoordig een herdenkings- en feestdag: Ketikoti 

Slaven vervangen door contractarbeiders:
  • kregen een contract van 5 jaar, met klein beetje loon. 
  • Echter: situatie bijna net zo slecht als voor de slaven + loon zo laag dat ze niet terug naar huis konden komen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Leren voor de toets
Kies uit een van de volgende dingen
  1. Samenvatting maken 
  2. Test jezelf maken van de verschillende paragraven 
  3. Begrippen oefen: flitskaarten maken, begrippenlijst maken 
  4. Jaartallen oefenen: tijdlijn/tijdlijst maken 
  5. Vragen stellen over de leerdoelen aan de docent

Je blijft op je plek zitten 
Je mag overleggen met de persoon naast je
Je roept niet door de klas (gebeurt dit wel? gaat de hele klas in stilte leren) 

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

Leren voor de toetsweek
Hoofdstuk 5: paragraaf 1 t/m 4 
Hoofdstuk 6: paragraaf 1 + 2 

Slide 25 - Tekstslide