les 3
1 / 26
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat wordt bedoeld met inflatie?
A
het leven wordt duurder
B
het leven wordt goedkoper
C
het geld is meer waard
D
het geld is minder waard
Slide 3 - Quizvraag
Waar wordt gas onder andere voor gebruikt?
A
huizen bouwen
B
spullen vervoeren
C
spullen vernietigen
D
voor olie
Slide 4 - Quizvraag
Waarom is gas en olie duurder geworden?
A
Doordat Nederland geen gas meer heeft in de bodem
B
Doordat er bijna geen gas meer is op de aarde
C
Door de oorlog in oekranie is gas uit rusland duurder
D
Door de honger in de wereld
Slide 5 - Quizvraag
Wat kun je doen om gas te besparen?
A
korter douchen
B
verwarimg minder hoog zetten
C
minder licht branden
D
minder koken
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
een hard gelach =
A
hard lachen
B
realiteit zien
C
uitlachen
D
weet niet
Slide 9 - Quizvraag
modaal
A
gemiddeld
B
hoog inkomen
C
laag inkomen
D
weet niet
Slide 10 - Quizvraag
de sanctie
A
de straf
B
sanctioneren
C
de boete
D
weet niet
Slide 11 - Quizvraag
op dreef komen
A
hardrennen
B
op gang komen
C
losbarsten
D
weet niet
Slide 12 - Quizvraag
de sector
A
het deel
B
de bedrijfstak
C
het hoekje
D
weet niet
Slide 13 - Quizvraag
koffiedik kijken
A
je kent de toekomst niet
B
in een kop koffie kijken
C
voorspellen
D
weet niet
Slide 14 - Quizvraag
evolueren
A
groeien
B
de toekomst
C
zich ontwikkelen
D
weet niet
Slide 15 - Quizvraag
de accijns
A
de heffing
B
de belasting
C
de bonen
D
weet niet
Slide 16 - Quizvraag
de compensatie
A
het tegenovergestelde
B
compenseren
C
de tegemoetkoming
D
weet niet
Slide 17 - Quizvraag
krap bij kas zitten
A
veel geld hebben
B
een kas kraken
C
weinig geld hebben
D
weet niet
