3.5 Griekse kunst

3.5 De Griekse kunst
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 De Griekse kunst

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Herhaling van 3.1, 3.2 en 3.3
  • Leerdoelen
  • Huiswerk
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Korte check

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Paragraaf 3.1, 3.2 en 3.3
  • 8 korte vragen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het Griekse woord voor stadstaat?
A
Akropolis
B
Athene
C
Parthenon
D
Polis

Slide 4 - Quizvraag

Een Griekse stadstaat is zelfstandig wanneer ze hun eigen ... en eigen ... hebben (2 dingen)

Slide 5 - Open vraag

Waarom gingen de Grieken nieuwe kolonies veroveren?
A
Ze wilden sterker zijn dan andere volken
B
Ze wilden een zo groot mogelijk rijk maken
C
Ze hadden meer landbouwgrond nodig
D
Ze vonden de Middelandse zee mooi

Slide 6 - Quizvraag

Noem de vier sociale groepen in Athene

Slide 7 - Open vraag

Welke sociale groep had de meeste rechten in Athene?
A
De slaven
B
De vrije mannen
C
De vrouwen
D
De migranten

Slide 8 - Quizvraag

Wat zie je op deze bron?
A
Een monarchie
B
Een kolonie
C
De agora
D
Een stadstaat

Slide 9 - Quizvraag

Welke bestuursvorm hoort bij welke afbeelding?
Democratie
Aristocratie
Monarchie
Tirannie

Slide 10 - Sleepvraag

Hoewel er grote verschillen waren tussen de stadstaten, voelden de Grieken zich toch één volk. Noem twee voorbeelden van wat voor alle Grieken hetzelfde was

Slide 11 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een mythe en sage?

Slide 12 - Open vraag

Aan het einde van de les kun je:
  • Twee bouwelementen van een Griekse tempel benoemen
  • De drie Griekse zuilen herkennen
  • Twee kenmerken van de Griekse beeldhouwkunst benoemen
  • Twee soorten toneelspellen onderscheiden

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 18 januari:
  • Paragraaf 3.2 + 3.3 vraag 1 t/m 6 nakijken
  • Werkdocument van straks inleveren via Teams

Woensdag 1 februari:
  • Toets hoofdstuk 3 - 3.1 t/m 3.5

Slide 14 - Tekstslide

Korte instructie
Wat heb je nodig?
  • Aantekeningenschrift

Slide 15 - Tekstslide

Griekse bouwkunst - tempels
  • De Grieken hadden veel aandacht voor hun tempels

  • Een Griekse tempel bestond uit een rij zuilen met daar bovenop een mooi versierde fries en fronton

  • Symmetrie

Slide 16 - Tekstslide

fronton of

Slide 17 - Tekstslide

De bewondering voor de Griekse (en later ook de Romeinse) kunst is altijd blijven bestaan en ging soms erg ver. De gevel van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bijna een kopie van het Parthenon in Athene.

Slide 18 - Tekstslide

Zuilen
  • Ook de zuilen werden versierd

Er zijn drie bekende soorten zuilen:
  • De Dorische zuil
  • De Ionische zuil
  • De Korintische zuil

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Griekse beeldhouwkunst - volmaakte beelden
  • Beelden van mensen
  • Door het bestuderen van mensen konden de beelden natuurlijker gemaakt worden
  • Schoonheids ideaal

  • Een techniek om de beelden realistischer te doen laten lijken was de techniek van contrapost

Slide 22 - Tekstslide

Contrapost
  • Het ene been werd gestrekt weergeven, het andere been gebogen
  • Het figuur neemt daarmee een meer natuurlijkere pose aan -> realistischer 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Toneel - tragedies en komedies
  • De Grieken hielden van toneelspel.
  • Zo waren er tragediesdrama toneelstukken.
  • En er waren komedies humoristische toneelstukken.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Aan de slag
Wat:
  • Werkdocument met verschillende opdrachten
  • Vaardigheid: bronnen bestuderen
  • Eerder klaar? Paragraaf 3.5 maken in je werkboek

Hoe:
  • Individueel -> iedereen maakt een eigen document
  • Liniaalstem

Slide 27 - Tekstslide

Noem minstens twee bouwelementen van een Griekse tempel

Slide 28 - Open vraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 29 - Quizvraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 30 - Quizvraag

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 31 - Quizvraag

Waarin verschilden (2) Griekse beelden van Egyptische beelden?
A
In Griekse beelden zat meer 'beweging'
B
Griekse beelden waren van ander materiaal gemaakt
C
Griekse beelden waren veel groter
D
Griekse beelden hadden een natuurlijkere uitstraling

Slide 32 - Quizvraag

Welke uitspraak over Griekse toneelstukken is fout?
A
De Grieken hadden twee soorten toneelstukken: de komedie en de tragedie
B
De meeste Griekse toneelstukken gingen over mythologie of over het dagelijks leven
C
Volgens de Grieken was een toneelstuk een vorm van vermaak. Het hoefde dus niet leerzaam te zijn.
D
Toneelstukken werden opgevoerd in een theater in de buitenlucht, dat een halfronde vorm had

Slide 33 - Quizvraag