Verbanden maken binnen een zin.

Verbanden maken binnen een zin.
In deze les maak je van de volgende verbanden een zin.
TIJD: voordat, wanneer  achteraf, nadat
OPSOMMING: en, ook, verder, daarnaast, bovendien, verder
CONCLUSIE/SAMENVATTING: dus, alles bij elkaar, dat houdt in, daarom
OORZAAK/GEVOLG: doordat, daardoor, zodat
REDEN: want, namelijk, daarom, omdat
TEGENSTELLING: echter, maar, toch
VOORBEELD: zoals, bijvoorbeeld, zo een voorbeeld hiervan is.
VERGLIJKING: net als, hetzelfde als, in vergelijking met.
VOORWAARDE als, wanneer, in het geval van 
DOEL en MIDDEL: hiermee, door middel van, met behulp van.
UITZONDERING: tenzij, behalve

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Verbanden maken binnen een zin.
In deze les maak je van de volgende verbanden een zin.
TIJD: voordat, wanneer  achteraf, nadat
OPSOMMING: en, ook, verder, daarnaast, bovendien, verder
CONCLUSIE/SAMENVATTING: dus, alles bij elkaar, dat houdt in, daarom
OORZAAK/GEVOLG: doordat, daardoor, zodat
REDEN: want, namelijk, daarom, omdat
TEGENSTELLING: echter, maar, toch
VOORBEELD: zoals, bijvoorbeeld, zo een voorbeeld hiervan is.
VERGLIJKING: net als, hetzelfde als, in vergelijking met.
VOORWAARDE als, wanneer, in het geval van 
DOEL en MIDDEL: hiermee, door middel van, met behulp van.
UITZONDERING: tenzij, behalve

Slide 1 - Tekstslide

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
TIJD
voordat, wanneer achteraf, nadat

Slide 2 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
OPSOMMING
en, ook, verder, daarnaast, bovendien, verder

Slide 3 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
CONCLUSIE/SAMENVATTING
dus, alles bij elkaar, dat houdt in, daarom

Slide 4 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
OORZAAK/GEVOLG
doordat, daardoor, zodat

Slide 5 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
REDEN
want, namelijk, daarom, omdat

Slide 6 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
TEGENSTELLING
echter, maar, toch

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
VOORBEELD
zoals, bijvoorbeeld, zo een voorbeeld hiervan is.

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
VERGELIJKING
net als, hetzelfde als, in vergelijking met.

Slide 9 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
VOORWAARDE
als, wanneer, in het geval van

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
DOEL/MIDDEL
hiermee, door middel van, met behulp van.

Slide 11 - Open vraag

Maak een zin met het verband en de signaalwoorden
UITZONDERING
tenzij, behalve

Slide 12 - Open vraag