BS 4 Vruchten en zaden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

BS 4 Vruchten en zaden

Tweegesprek op tijd

Tweetallen wisselen elkaar af met vertellen en luisteren in een afgesproken tijd. De stappen zijn:

De leraar stelt een vraag en geeft denktijd. Hij geeft aan hoeveel spreektijd de leerlingen krijgen.

Leerling A vertelt, Leerling B luistert zonder te onderbreken.

Leerling B reageert.

De leerlingen wisselen van rol.

Opdracht 1

Benoem de onderdelen 1, 3, 4, 5, 8 en 14 van de bloem hieronder. 

Opdracht 2

a. Wat is bestuiving? 

b. Wat is bevruchting?

Opdracht 3

3 a. Hoeveel vruchtbeginsels heeft een appel met 2 zaden?

b. Hoeveel zaadbeginsels heeft een meloen met 140 zaden?

c. Hoeveel eicellen heeft een peer met 4 zaden?

SO BS 1-3

Doe al je spullen in je tas, alleen een pen op tafel. 

Als je klaar bent, wacht je stil tot de rest ook klaar is en de toets is opgehaald.

Leerdoel

Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Herhaling..

Zaadbeginsels met bevruchte eicellen vormen een zaad. 

Vruchtbeginsel groeit uit tot vrucht

Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem.

Zaden

Elk zaadje was eerst een zaadbeginsel met een eicel die bevrucht is. 

Eetbare zaden bevatten voedingsstoffen voor de kiem. 

Zelfstandig werken

Maken opdracht 1 t/m 8 van BS 4

Klaar? De test-jezelf maken

Lesafsluiting 

Leerdoel behaald: Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.