§2.4 internationale verschillen

Vraag
Waarom zijn arme landen arm?
  • waarde wordt hier toegevoegd
  • Wij worden nog rijker 
  • Handelsbelemmeringen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Car@sgdc.nlMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vraag
Waarom zijn arme landen arm?
  • waarde wordt hier toegevoegd
  • Wij worden nog rijker 
  • Handelsbelemmeringen


Slide 1 - Tekstslide

de vier sectoren
primaire
agrarische
secundaire
industriële
tertiaire
commerciële diensten
quartaire
niet-commerciele diensten

Slide 2 - Tekstslide

Structuurontwikkeling
primaire
agrarische
secundaire
industriële
tertiaire
commerciële diensten
quartaire
niet-commerciele diensten

Slide 3 - Tekstslide

Handelsbelemmeringen
  • Invoerrechten (betalen voor invoer)
  • Importquota (maximale hoeveelheid) Contingentering
  • Exportsubsidie (Subsidie om te concurreren met goedkope landen)

Binnen de EU zijn er geen handelsbelemmeringen!
Handelsbelemmeringen = niet goed voor arme landen

Slide 4 - Tekstslide


Tarifaire maatregelen

  • Invoerrechten
  • Exportsubsidies


Non- tarifaire maatregelen

  • Contingentering / quotum
  • Importverbod
  • Dumping
  • Wet- en regelgeving

Slide 5 - Tekstslide

Globalisering
De EU probeert met veel landen handelsverdragen te sluiten

Verdrag = afspraak, contract, verbintenis, deal

Handelsverdragen: 
  • Minder invoerrechten
  • Veiligheidseisen (vuurwerk, autobanden)
  • Arbeidsomstandigheden 

Slide 6 - Tekstslide

Globalisering
Gevolg: Internationale arbeidsverdeling neemt toe
(Land produceert waar hij het snelst in is en ruilt met ander land)





Welvaart neemt toe (snellere productie, prijzen dalen)

Slide 7 - Tekstslide

Globalisering
Globalisering = landen handelen, reizen, nemen dingen van elkaar over

Oorzaken:
  • Minder handelsbelemmeringen 
  • Technologische ontwikkelingen (taal, internet, vervoer)

Slide 8 - Tekstslide

Een ander woord voor handelsbelemmeringen is
A
Protectiemaatregelen
B
Invoerverboden
C
Invoerquotums
D
Invoermaatregelen

Slide 9 - Quizvraag

Boeren krijgen geld van de overheid om met een lagere verkoopprijs te concurreren met het buitenland
A
Invoerrechten
B
Importquota
C
Exportmaatregel
D
Exportsubsidie

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht
Wat: Opdracht 42, 43, 46, 47
Hoe: Voor jezelf. In je schrift
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Kijk je eigen werk na 
Maak een mindmap waarin je laat zien wat de verschillende begrippen met elkaar te maken hebben.


timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Een ander woord voor exportquota =
A
Globalisering
B
Contingentering
C
Uitvoerwaarde
D
Exportsubsidie

Slide 12 - Quizvraag

Landen gaan steeds meer handelen, reizen naar elkaar, dingen overnemen
A
Internationale arbeidsverdeling
B
Contingentering
C
Globalisering
D
uitvoerwaarde

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van globalisering?
A
Sneller vervoer
B
Meer mensen spreken Engels, Spaan of Duits
C
Invoerrechten met China worden verlaagd
D
Exportsubsidie gaat omhoog

Slide 14 - Quizvraag

Spanje: wijn 2 uur, kaas 4 uur
Nederland: Wijn 6 uur, kaas 5 uur
Welk(e) product(en) maakt Nederland?

A
Wijn
B
Kaas
C
Wijn en kaas
D
Geen van beiden

Slide 15 - Quizvraag

Afspraak tussen landen om handel te verbeteren
A
Handelsbelemmering
B
Handelsverdrag
C
Handelsbalans
D
Handelstekort

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een afspraak in een handelsverdrag
A
afschaffen invoerrechten
B
Veiligheidseisen
C
Afschaffen btw
D
Arbeidsomstandigheden

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht
Maak de opdrachten van leerstof 1 en 2 van paragraaf 7.4
Ook de herhalingsopdrachten

Probeer ook de plusopdrachten

Slide 18 - Tekstslide