Les 4 H5 Essen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Grammatik 

  • Video: Essen bestellen im Restaurant

  • Hausaufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer met het lidwoord der?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e

Slide 3 - Tekstslide

Grammatik: De uitgangen van ein- en kein-
Wat zijn de betekenissen van ein- en kein-?

Bij welke woordsoort hoort ein- en kein-?


Slide 4 - Tekstslide

Der und Ein-Gruppe:

Slide 5 - Tekstslide

Der-Gruppe
De der-Gruppe bestaat uit de volgende woorden:
der
die
das

Dit zijn de lidwoorden in de 1e naamval. 

Slide 6 - Tekstslide

Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 7 - Tekstslide

Ezelsbrug uitgangen DER-Gruppe
DER-Gruppe: 
1e naamval:  r-e-s-e


mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 8 - Tekstslide

ein-Gruppe






Meervoud is altijd keine!
m
v
o
mv
1e
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder

Slide 9 - Tekstslide

Ezelsbrug uitgangen EIN-Gruppe
EIN-Gruppe:
1e naamval: geen uitgang-e-s-geen uitgang
m
v
o
mv
1e
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder

Slide 10 - Tekstslide

ein-Gruppe
De ein-Gruppe bestaat uit de lidwoorden ein en kein en uit de bezittelijke voornaamwoorden.

mein = mijn
unser = ons/onze
dein = jouw
euer = jullie
sein = zijn
ihr =hun
ihr = haar
Ihr = uw

Slide 11 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
persoonlijk voornaamwoord Nominativ (1)
er
sie
es
sie
bepaald lidwoord, Nominativ (1) de/het
der Mann
die Frau
das Kind
die Leute
onbepaald lidwoord, Nominativ (1) een/geen
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Leute

Slide 12 - Tekstslide

Aufgabe 19

Slide 13 - Tekstslide

Werk samen met degene naast je
- Als tweetal hoor je of bij groep 1 of bij groep 2.
- Je verzint zinnen die je in het Nederlands in een restaurant stelt. Hier heb je 3 minuten de tijd voor. 


Groep 1:
Welke vragen kun je in een restaurant aan een ober stellen?
Groep 2:
Welke vragen kun je in een restaurant als gast stellen?
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Uitwisselen informatie
- Werk samen met het tweetal voor of achter ja dat een ander groepsnummer heeft en wissel de zinnen uit die je of als ober of als gast in een restaurant kan stellen.
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Welke zinnen hebben jullie gevonden?

Slide 16 - Woordweb

Essen bestellen im Restaurant
Schrijf mee in je schrift en zorg ervoor dat je genoeg zinnen hebt om eten te bestellen in een restaurant en vragen te stellen. 

https://youtu.be/lYDGUy3G39g 

Slide 17 - Tekstslide

Welke Duitse zinnen heb je opgeschreven uit de video?

Slide 18 - Woordweb

Hausaufgaben

Machen 17, 18, 19

Schrijf zinnen op die jezelf kunt gebruiken om in de volgende les te oefenen om een gesprek te voeren. 
Tip: Gebruik de Sprachmittel op blz. 162

Leer de Redemittel op het werkblad eine Bestellung im Restaurant.

Slide 19 - Tekstslide