B-VCA Hoofdstuk 4

Basisveiligheid VCA
Hoofdstuk 4: Gedrag omtrent veiligheid
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
vcaVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisveiligheid VCA
Hoofdstuk 4: Gedrag omtrent veiligheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet ik al
over het onderwerp:
Gedrag omtrent veiligheid

Slide 2 - Woordweb

Wat ga je leren?
  • Je leert dat je zorgt draagt voor jezelf en anderen
  • Je leert over instructies opvolgen veiligheidsvoorschriften naleven
  • Je leert onveilige situaties voorkomen/opmerken/ingrijpen
  • Je leert dat een nette werkomgeving en persoonlijke hygiëne een rol spelen bij veiligheid.
  • Je leert dat drugs en drank op een werkplek verboden zijn
  • Je leert dat netjes en opgeruimd werken ook wel good housekeeping wordt genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

Opdracht 1
Vul op de volgende slide de openstaande ruimtes in met een woord uit de woordenlijst.
Let op! Er staan meer woorden dan die gebruikt moeten worden.

Slide 9 - Tekstslide

"Een veilige ......................................... ontstaat wanneer je samen zorgt voor je eigen ......................................... en dat van anderen. Om in een prettige werkomgeving te werken, is het belangrijk dat je een positieve ......................................... hebt. Dit kan je doen door ......................................... en ......................................... op te volgen. Het is heel belangrijk om ......................................... handelingen en situaties te voorkomen, door goed op te letten en op tijd in te grijpen. Je kunt zelf de werkomgeving verbeteren door ......................................... en ......................................... . "
1
2
3
4
5
6
7
8
onveilige
netheid
werkhouding
veiligheid
veiligheidsvoorschriften
werkinstructies
veilige
werkomgeving
hygiëne

Slide 10 - Sleepvraag

Antwoorden opdracht 1
"Een veilige werkomgeving ontstaat wanneer je samen zorgt voor je eigen veiligheid en dat van anderen. Om in een prettige werkomgeving te werken, is het belangrijk dat je een positieve werkhouding hebt. Dit kan je doen door veiligheidsvoorschriften en werkinstructies op te volgen. Het is heel belangrijk om onveilige handelingen en situaties te voorkomen, door goed op te letten en op tijd in te grijpen. Je kunt zelf de werkomgeving verbeteren door netheid en hygiëne . "

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2
In de volgende slides staan plaatjes van een rebus.
Geef het juiste antwoord en de bijbehorende woorden.

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag

Antwoord opdracht 2
Netjes werken, wordt ook wel good housekeeping genoemd.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 3
In de volgende slides zijn een aantal situaties bedacht. Bij elke situatie worden de twee volgende vragen gesteld:
- Wat zou jij doen?
- Waarom?

Slide 21 - Tekstslide

Stel dat jouw collega zich heeft verslapen en daardoor laat op zijn werk arriveert. Hij komt gehaast, met zweet op het voorhoofd binnen, ook ruik je een geur van bier. Hij moet een ladder beklimmen om elektriciteit aan te leggen in een nieuw pand.
- Wat zou jij doen? - Waarom?

Slide 22 - Open vraag

Stel dat jij samen met een collega naar een nieuw project moet. Jullie krijgen een rondleiding van de manager. Het is een belangrijke opdracht, jullie moeten de leidingen aanleggen in een nieuw bedrijfspand van Philips. Jij merkt dat je collega niet fris ruikt, er onverzorgd uitziet. Ook zie je dat zijn werkkleding er smerig uitziet.
- Wat doe jij? - Waarom?

Slide 23 - Open vraag

Stel dat je werkt in een fabriek waar stalen buizen worden geproduceerd. Jij bent op tijd aanwezig. Je ziet dat jouw collega stalen buizen gaat hijsen. Deze worden op een opleggen geplaatst om vervoerd te worden. Nu zie je dat jouw collega's van de nachtploeg gereedschap op de vloer hebben laten liggen. Er ligt nog werkafval op de vloer en los verpakkingsmateriaal op de stalen buizen.
- Wat doe jij?
- Waarom?

Slide 24 - Open vraag

Noem 1 ding waar je nog extra informatie over nodig hebt.

Slide 25 - Open vraag